47
9
keur geniet, herhaaldelijk in het gedrang komt, wanneer onze
tentoonstellingen niet in hun geheel ondergebracht kunnen wor
den in de daarvoor bestemde zalen, die bij die voor de heden-
daagsche kunst aansluiten. Dit bezwaar zal zich op den duur
steeds meer doen gelden, daar uit den aard der zaak de afdee-
ling hedendaagsche kunst zich het sterkst zal uitbreiden.
De belangrijker aquarellen en monumentale teekeningen
werden bij deze eerste opstelling ondergebracht in de tentoon
stellingszalen, aansluitend bij de Studiezaal van het Prenten
kabinet. Aangezien echter deze zalen bestemd zijn voor wis
selende opstelling, o.a. van grafiek, is ook voor deze werken
reeds nu ruimtegebrek te constateeren.
De tijd van overgang van de oude musea naar het nieuwe Aanwinsten,
was bijzonder rijk aan aanwinsten, waaronder enkele van groote
beteekenis voor de verzameling. Naar om vang zijn van deze de
belangrijkste de schenking van den heer Conrad Kiekert en
het bruikleen van den heer en Mevr. Ir. J. W. van Dijk—
Ruempol.
De verzameling van Dijk werd voor langen tijd in bruikleen
ontvangen en omvat, naast reeds vroeger ter beschikking ge
stelde werken, acht schilderijen en zes aquarellen van Jozef
Israëls, een schilderij en één teekening van Isaac Israëls, een
schilderij van Jacob Maris, twee schilderijen van Willem Maris,
een van Kever, van Gabriël, van Neuhuys, van Willem de
Zwart, van Voerman, van de Bock, en een van den laatsten
in samenwerking met Jacob Maris.
De collectie Kiekert werd reeds voor een groot gedeelte in
het voorgaande jaar geschonken. In 1935 kwamen daar nog bij
schilderijen van Detthow, Recelet, Osterlind, Gernez, Holy,
Planson, Le Tournier, Matthieu Wiegman en Jaap Weyand en
beeldhouwwerken van Louise Beyermans en Mme France
Raphaël.
Ook anderszins waren er tal van nieuwe aanwinsten. Zoo
mochten ter gelegenheid van de opening van het nieuwe ge
bouw de volgende werken ontvangen worden: van het Bestuur
van het Genootschap Pulchri Studio: de beeldhouwer Charles
van Wijk, teekening van Willy Sluiter; van den heer Enrique
Mistier te Antwerpen een zeegezicht van den Belgischen schil
der Jespers; van Mej. Lipman Wulf, een aquarel van Utrillo.
Het portret van den bouwmeester van het Museum, een half-
figuur in brons van Prof. L. O. Wenckebach, door vereerders
van Berlage geschonken, zooals hiervoren gemeld, moet hier
ook genoemd worden.
Verder schonk Mevr. Pedro van Doesburg een belangrijke
VERSLAG DIENST VOOR KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN.