47 16 Muziek- Historische Afdeeling. eeuw, een soortgelijke pot, doch van Venetiaansche makelij, met een decor in blauw, dat van de gelijktijdige Turksche ceramiek is overgenomen en een bord uit de twintiger jaren van de 16e eeuw, waarvan het decor met groote waarschijnlijkheid aan den beroemden majolica-schilder Niccolo Pellipario van Urbino kan worden toegeschreven. Onder de aanwinsten op het gebied van oud glaswerk mag een flacon van blauw glas genoemd worden, waarover een net werk van wit glazen draden is gelegd. Dit stuk, dat in Egypte vervaardigd is en uit de 10e of 11e eeuw dateert, herinnert in zijn decor nog duidelijk aan het glas, dat een tweeduizend jaar vroeger in hetzelfde land werd gemaakt. Van Mej. Siebert Coster mocht het museum een vermoedelijk Engelsch theeservies van blauw glas ten geschenke ontvangen, waarvan het decor in goud is uitgevoerd. Het dateert uit het le kwart van de 19e eeuw. De heeren P. J. en W. Warnars schonken ons een bijzonder fraaie schoorsteenbetimmering met spiegel en snijwerk afkom stig uit een huis in de Lange Houtstraat, in 1718 ingericht voor R. en E. Teixeira, wier naamletters in een monogram in het snijwerk voorkomen. De heer D. Verheul Jr. schonk ons een aardig iepen kinder- stoeltje uit het midden van de 18e eeuw. Uit particulier bezit is door aankoop in onze verzameling overgegaan een zeer fraaie, zgn. rankenkast uit het derde kwart van de 17e eeuw. In Januari 1935 is de geheele verzameling, die voordien huisvesting had gevonden in de Carnegielaan 12, naar het nieuwe Gemeentemuseum overgebracht. Nadat de instrumenten waren opgesteld, werd dadelijk begonnen met het rangschikken van de bibliotheek, hetgeen nu nagenoeg is voltooid. Voor de opstelling dezer afdeeling kon ik de beschikking geven over een reeks zalen, aanvankelijk voor uitbreiding van de Oude Kunstnijverheid en het Prentenkabinet bestemd, en waar ik ook tentoonstellingsruimte had willen reserveeren. De belangrijke en aantrekkelijke aanwinst, welke deze verzameling voor het geheel van ons Museum beteekent, rechtvaardigt echter deze opoffering volkomen. Het werd nu mogelijk twee zalen te reserveeren voor de exotische instrumenten, dan een groote middenzaal te bestemmen voor de blaasinstrumenten waarbij dus de orgels behooren, waarmede wij de collectie-Scheurleer reeds terstond konden uitbreiden; één zaal werd voor de strijk instrumenten bestemd, en twee ineenloopende voor de tokkel- en de toetsinstrumenten. VERSLAG DIENST VOOR KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1935 | | pagina 919