i I 2 2 18 Maart 1937. De Commissie voor het Boetenfonds: J. VAN WIJK, Voorzitter. R. J. NIJLAND, Secretaris. S i aan de gestelde voorwaarden wordt voldaan, in het jaar 1937 worden betaald. In 3 gevallen werd het verzoek om een uitkeering uit het fonds door adressanten ingetrokken, terwijl in 27 gevallen ver zoeken om een uitkeering door Burgemeester en Wethouders na ingewonnen advies van de hierboven genoemde Commissie werden afgewezen. Deze beslissingen waren een gevolg van ver schillende omstandigheden: of de bijdrage moest dienen voor een doel, waarvoor het fonds niet bestemd was, öf de medische nood zakelijkheid voor de aanschaffing van een kunstgebit was niet gebleken, öf de inkomsten van het gezin waren voldoende om de gevraagde kosten daaruit te bestrijden, öf de bijdrage moest dienen voor personen, die daarvoor krachtens de Verordening niet in aanmerking konden komen. In den loop van het verslagjaar zijn maatregelen getroffen, die geleid hebben tot het brengen van evenwicht in de uitgaven en inkomsten van het fonds. Ten einde daarop eenig toezicht te kunnen blijven uitoefenen werd bepaald, dat door den Gemeente ontvanger maandelijks een staat van inkomsten en uitgaven zal worden toegezonden. Betaalbaar- De betaalbaarstelling der bijdragen, alsmede het comptabel stelling. Bezit- beheer van het fonds had, evenals vorige jaren, plaats ten tingen enz. kantore van den Gemeenteontvanger. De rekening van Baten en Lasten over het jaar 1936 en de staat van bezittingen en schulden op 31 December 1936 volgen hiernaast. VERSLAG VAN HET BOETENEONDS. WÉ

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1936 | | pagina 101