9
Hieruit blijkt, dat het totale vermogen van 1933/34 op 1934/35
bij de groepen tot f 100.000,toenam en van f 100.000,af ver
minderde, terwijl het van 1934/35 op 1935/36 bij alle groepen
weer afnam.
De verhouding, uitgedrukt in percenten, van het aantal aan
geslagenen en het belast vermogen naar groepen van vermogens
blijkt uit de volgende samenvatting.
De belaste vermogens zijn over 1933/34, 1934/35 en 1935/36 in
de volgende groepen te verdeelen:
Onderstaande cijfers geven aan het belaste vermogen in de
laatste 10 jaren.
4
VERSLAG GEMEENTEBELASTINGEN.
Totaal der vermogens.
1934/35.
1933/34.
1935/36.
f
f
f
f
n
r>
n
r>
f 1.388.882.000-
f 1.456.926.000,—
Totaal
f 1.465.558.000,—
Groepen van vermogent-.
1934/35 1935/36
1935/36
1933/34
1933/34
1934/35
f
100,-
100,-
100,-
100,-
100,-
n
n
n
Aanslagen naar een
vermogen van
Aangeslagenen in percenten
van het totaal.
Belaste vermogens in per
centen van het totaal.
17,5
15,8
40,1
26,6
247.208000-
220.944.000,-
565.677.000,-
355.053.000,—
17,8
15,9
40,7
25,6
77
255.497.000,—
229.604.000,—
583.601.000,—
388.224.000,—
244.168.000,—
227.659.000,—
592.609.000,—
401.122.000,—
50.000,—
100.000,—
500.000,—
16.000,— tot f
T)
f 1.802.551.000,—
1.934.541.000,—
2.066.600.000,—
2.157.312.000,—
2.142.896.000,—
1.905.521.000,—
1.441.777.000,—
1.465.558.000
1.456.926.000
1.388.882.000,—
56,6
21,3
19,6
2,5 i
16.000,— tot f
50.000,-
100.000,-
500.000,en daarboven
50.000
50.000,— 100.000,—
100.000,— 500.000,—
500.000.en daarboven.
57,7 I
21,- I
18,9
2,4
1926/27
1927/28
1928/29
1929/30
1930/31
1931/32
1932/33
1933/34
1934/35
1935/36
57,8 j
20,9
19,1
2,2
16,7
15,5
40.4
27.4
100,- i