J Bijlage 11 VERSLAG van den Keuringsdienst van waren voor het gebied ’s-Gravenhage over het jaar 1936. I. ALGEMEEN OVERZICHT BETREFFENDE DE BESLUITEN TER UITVOERING DER WARENWET, STAATSBLAD 1935, No. 793. De vervanging van de Warenwet, S. 1919, No. 581, door de gelijknamige en vrijwel gelijkluidende wet van den 28sten December 1935, S. 793, maakte het noodig, verscheidene besluiten en verordeningen, op de oude wet berustende, opnieuw vast te stellen. Ten einde eiken twijfel ten aanzien van de rechtsgeldigheid van de door de overgangsbepaling in art. 31 der nieuwe wet in stand gehouden uitvoeringsvoorschriften weg te nemen, moesten ook de keuringsverordeningen, steunende op art. 6 Warenwet, alsmede de verordeningen op den Keuringsdienst en de instruc ties voor het personeel opnieuw worden vastgesteld. Bij het einde van het verslagjaar was de hernieuwde vast stelling van de keuringsverordeningen van 13 gemeenten nog niet te onzer kennis gebracht. Het personeel in vasten dienst onderging noch in sterkte, Personeel, noch wat de indeeling betreft, eenige wijziging. De uitvoering van den algemeenen maatregel van bestuur, waarbij een regeling is gegeven voor de bepaling en invordering van het recht, te heffen van de bedrijven, waarin waren worden voortgebracht of verkocht, werd door het bestuur der centrale gemeente aan den Keuringsdienst opgedragen. Daardoor werd aanstelling van twee ambtenaren in tijdelijken dienst noodig. In het laboratorium werden 6 volontairs toegelaten tot hulp bij het onderzoek; één hunner slaagde voor het examen van analyst, ingesteld door de Ned. Chemische Vereeniging. Aan het einde van het verslagjaar waren 4 volontairs bij den dienst werkzaam. Het gebouw bevindt zich in goeden staat, terwijl de inven- Gebouw en taris door geregelde aanvulling op peil bleef. inventaris.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1936 | | pagina 134