12 12 Het percentage tbc. is gestegen bij runderen (v. j. 26,08) en bij varkens (v. j. 12,99). Voor de vrij groote stijging van tbc. is ons geen reden bekend; mogelijk is de geringe achteruitgang van kwaliteit van de geslachte runderen hierop van invloed ge weest. Verder valt over deze ziekte weinig op te merken. Actinomycose werd waargenomen bij 10 runderen. Echinococcose (ziekte, veroorzaakt door den blaasworm van een lintworm bij den hond, de blaasworm is ook gevaarlijk bij den mensch). Deze aandoening werd aangetroffen bij 129 run deren of 0,53 van het aantal geslachte dieren en bij 140 een hoevige dieren of 10,13 van het aantal geslachte dieren (vorig jaar 13,06 Cysticercose. Dit jaar werd 1 graskalf gevonden, dat zoodanig doorzaaid was met levende cystieerci (blaaswormen van den bij den mensch voorkomenden lintworm taenia saginata), dat men practisch bij elke snede in het vleesch één of meer cystieerci zag. Dit graskalf werd afgekeurd. Cystieerci werden verder gevonden bij 330 runderen of 1,36 van het aantal geslachte runderen (vorig jaar 1,34 en bij 68 graskalveren of 2,89 van het aantal geslachte dieren (vorig jaar 3,30 Levende cystieerci werden gevonden bij 50 runderen of 0,21 van het aantal geslachte dieren (vorig jaar 0,14 en bij 16 graskalveren of 0,68 van het aantal geslachte dieren (vorig jaar 0,70 Sedert 10 Nov. 1936 werd door ons systematisch de oesophagus onderzocht; hierin werden gevonden 2 levende en 18 doode cystieerci. Indien deze korte periode voldoende norm zou kunnen zijn voor het geheele jaar, zou dit neer komen op een ongeveer even groote frequentie als bij de uitwendige kauwspier. Het onderzoek, dat nogal tijdroovend is geschiedt, door den spier- wand van de slokdarm open te snijden en zoowel binnen- als buitenzijde te onderzoeken. Onderstaande tabel geeft gegevens over de vindplaatsen. VERSLAG VAN HET OPENBAAR SLACHTHUIS. VINDPLAATS. Dood. Levend. Dood. 1 Totaal 280 52 50 17 Geheele dieren Uitwendige kauwspier Hart Inwendige kauwspier Oesophagus (sedert 10-ll-’36) In- en uitwendige kauwspier 2 cystieerci in de uitw. kauwspier 1 levende fin in de uitwendige kauw spier en 1 doode fin in het hart 37 1 9 2 151 74 35 18 1 1 1 10 3 3 27 20 5 Rund. I Graskalf. I Levend.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1936 | | pagina 191