12 14 Kookproef. Noodslachtingen en gestorven dieren. Over de bacteriologische onderzoekingen met positieven uit slag (33 X) valt het volgende op te merken. Bae. paratyphi (type Gartner) werd aangetroffen bij 1 vet kalf en 2 nuchtere kalveren met miliair necrose, bij 1 vet kalf en 1 graskalf met septische verschijnselen. Bac. coli werd gevonden bij 1 schaap met icterus, bij een flauw vet kalf, dat na slachting een slechte kleur bleek te hebben, bij 5 nuchtere kalveren met polyarthritis en bij 3 nuch tere kalveren met septische verschijnselen. Coccen kwamen voor in 5 nuchtere kalveren met polyar thritis. Vlekziektebacillen werden aangetoond bij 5 varkens. Bacillus pyogenes werd gekweekt uit 1 rund met endocar ditis, polyarthritis en nierinfarcten. Ovale bacillen werden geconstateerd bij 1 varken met pleuro- pneumonie. In 7 gevallen heeft geen verdere determinatie plaats gehad. Het histologisch onderzoek, dat 51 X plaats vond, was een belangrijk hulpmiddel, vaak zelfs het eenige middel om in twijfelachtige gevallen tot een juiste diagnose te komen. Van deze gevallen nam het onderzoek van tbc. in verschil lende organen (vooral van miliair tbc. in de nieren) een groote plaats in (40 X). In 19 gevallen was dit onderzoek positief. Ook dit jaar werd een 130-tal worstmonsters onderzocht, maar er werden geen verboden bestanddeelen aangetroffen. Wel bleek ons een enkele maal bij leverworsten, dat deze bijna geen lever bevatten. De kook- en braadproef vond plaats in 103 gevallen, waarvan 19 met positief resultaat. Een abnormale geur werd geconsta teerd bij 9 binnenbeeren, bij 3 varkens met icterus, bij 1 rund met purulente ichoreuse peritonitis, bij 1 gestorven rund (acetonlucht), bij 3 vischvarkens, bij 1 varken met bloedingen in zwoerd en lymphklieren en bij 1 varken met varkenspest. Op galkleurstoffen werd 15 X onderzocht. In 5 gevallen was het resultaat positief. De pH-bepaling werd geregeld toegepast (114 X). In 16 ge vallen was de uitslag hooger dan 6,8. In tal van gevallen was deze pH-bepaling een belangrijke objectieve steun bij de beoor- deeling van het slachtdier. Het aantal noodslachtingen en gestorven dieren aan het Slachthuis te ’s-Gravenhage en de daarbij behoorende buiten gemeenten lijkt in verband met de grootte en veerijkdom van het gebied niet zeer groot. Mogelijk is een aantal wrakke dieren nog levend naar andere gemeenten vervoerd en daar geslacht. VERSLAG VAN HET OPENBAAR SLACHTHUIS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1936 | | pagina 193