13 6 m3 water, door de electrisch gedreven pompen naar de stad gevoerd, was het energieverbruik 178,4 kWh. Daarbij is de energie, noodig voor het oppompen van het ongezuiverde water naar de voorfilters, medegerekend. Totaal werd op het Pompstation voor wateropvoer aan stroom betrokken rond 2.052.500 kWh, waarvan in de speruren rond 86.000 kWh; rond 38.000 kWh zelf opgewekte energie werd voor wateropvoer verbruikt. c. Opvoerwerktuigen. Hoeveelheid op- Gedurende het verslagjaar werd een hoeveelheid van gevoerd water. 11.843.672 m3 gefiltreerd water opgepompt (vorig jaar 11.874.672 m3), waarvan 11.721.197 m3 door de electrisch gedreven pompen en 122.475 m3 door een der beide overgebleven stoompompwerk- tuigen. De waterlevering per etmaal bedroeg gemiddeld 32.360 m3 (vorig jaar 32.533 m3). Ze was het kleinst op 1 Januari, t.w. 21.916 m3 (vorig jaar, eveneens op Nieuwjaarsdag, 22.458 m3), het grootst op 20 Juni, t.w. 49.571 m3 (vorig jaar 49.523 m3 op 13 Juli), hetgeen overeenkomt met een minimum van 68 en een maxi mum van 153 ten opzichte van het bovenvermelde gemiddelde. Wat de gemiddelde waterlevering per dag in de onderschei dene maanden betreft, deze was het kleinst in Januari, t.w. 29.278 m3, het grootst in Juni, t.w. 36.764 m3, hetgeen overeen komt met een minimum van 90,5 onderscheidenlijk met een maximum van 113,6 van het boven vermelde gemiddelde per dag over het geheele jaar. In de maanden Juli en Augustus bleef de waterlevering be langrijk onder de hoeveelheden, die gemiddeld voor deze maan den kunnen worden verwacht. Over Juli was deze vermindering ruim 8 Gerekend per 1.000 VERSLAG DER DUINWATERLEIDING.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1936 | | pagina 219