19
Van de in het huwelijk getreden
Aan den Armenraad is afgedragen als opbrengst der col
lecten bij de huwelijksvoltrekkingen f 4.599,73.
Van de 3 872 huwelijken werden 1631 (42,1 pCt.) wèl en 2 241
(57,9 pCt.) niet gevolgd door godsdienstige plechtigheden.
Het aantal huwelijken van personen van één geloof of over
tuiging bedroeg 2 566 (66,2 pCt.), dat der huwelijken van per
sonen met verschillend geloof of verschillende overtuiging
1306 (33,7 pCt.). Voor de voornaamste groepen van huwelijken
zijn de cijfers:
Aan huwelijksleges werd ontvangen f 42.557,50, gesplitst als
volgt:
Het volgende staatje geeft voor de bovenstaande aantallen
personen, die met een persoon van een ander geloof of andere
overtuiging in het huwelijk traden, de verdeeling naar mannen
en vrouwen, absoluut en in procenten.
40,-
,1
11
2 011 huwelijken
f 42.557,50
Huweljjken van
Nederd. Herv. i
Roomsch-Kath.
pers, zonder godsd.
Gereformeerden
Evang. Lutherschen
Israëlieten
Nederd. Hervormden
Roomsch-Katholieken
Personen zonder godsdienst
Gereformeerden
Evang. Lutherschen.
Israëlieten
787 (52,1
451 (48,2
147 (55,9
18 7,9
80 (70,8
n
n
n
n
M
725 (47,9
485 (51,8
116 (44,1
211 (92,1
33 (29,2
11
1,
11
11
n
n
n
n
n
r>
n
ii
5.000,—
7.950,—
8.240,—
30,—
17.415,—
675,—
3.247,50
725 31,6
485 34,5
116 28,3
211 85,4
33 17,1
1 028 (52,6 pCt.), met anderen
n
T)
n
926 (47,4 pCt.)
>1
11
2 982 Nederd. Hervormden huwden dus
2 299 Roomseh-Katholieken
1 407 pers, zonder godsd.
410 Gereformeerden
247 Evang. Lutherschen
193 Israëlieten
met N.H.
R.-K.
p.z.g.
Ger.
Ev. Luth.
Isr.
Mannen.
549 (59,3 pCt.)
288 (39,7
268 (55,3
70 (60,3
58 (27,5
22 (66,7
Vrouwen.
377 (40,7 pCt.)
437 (60,3
217 (44,7
46 (39,7
153 (72,5
11 (33,3
926of 31,1 pCt. met anderen;
11
11
11
11
11
50 huwelijk (en) a f 100,— f
106 75,
206
1 30,
1161 15,—
54 12,50 -
433 7,50