23
94.821,71
f
8.788.105,67
f
98
98
100
ontvangsten.
uitgaven
Batig slot
Begrooting 1937:
ontvangsten.
uitgaven
f 70.445.429,20
70.445.429,20
(de datum van Gemeente-
schulden.
97'/2 (20 Jan.);
(20 Jan.);
97'/2 (20 Jan.);
97/2 (20 Jan.);
(20 April);
983/s (11 Mei);
98>/2 (25 Mei);
1 Dec.).
f 5.339,—
In 1936 zijn de volgende leeningen gesloten
het desbetreffende Raadsbesluit is tusschen haakjes vermeld):
A. Ondershands op schuldbekentenis geplaatste leeningen,
waarvan de opbrengst heeft gediend tot consolidatie van
vlottende schuld:
474.000,— a 4
500.000,— a 4
500.000,— a 4
500.000,— a 4
500.000,— a 4
1.000.000,— a 4
100.000,— a 4
200.000,— a 4
(30-j. leening); koers 97,8 6 Jan.);
(20-j.
(40-j.
(40-j.
(40-j.
(30-j.
(40-j.
(40-j.
1.000.000,— a 3'/2 (10-j.
tegenover staat, dat verscheidene op 1935 betrekking hebbende
bedragen bij het afsluiten van dien dienst nog niet waren ont
vangen. Wordt rekening gehouden met die bedragen, voor
zoover althans vaststond, dat zij inderdaad ontvangen zouden
worden (d. i. f 489.975,16), dan blijkt, dat het dienstjaar 1935 sluit
met een nadeelig slot van f 1.302.086,21 f 533.329,18 f 489.975,16
f 1.345.440,23, waarvan een bedrag groot f 1.345.000,gedekt
wordt door uitkeering uit het Reservefonds van de productie
bedrijven.
Wat den „kapitaaldienst” betreft bleef te
verhalen een bedrag, groot
op de posten „Geldleening” en „Geldopneming
van eigen fondsen” van de verschillende hoofd
stukken werd in totaal
minder ontvangen dan tot dekking van ver
schillende buitengewone uitgaven noodig was;
zoodat het nadeelig saldo van den kapitaal
dienst groot isf 8.882.927,38
Volgens de door den Gemeenteraad vastgestelde begrootingen Begroetingen
voor de dienstjaren 1936 en 1937 zijn de geraamde bedragen 1936 en 1937.
als volgt:
Begrooting 1936:
f 47.336.235,—
47.336.235,—
99
99
99
99
99
99
99
99
Afd. I.
(Gewone dienst.)
f 68.637.328,39
68.637.328,39
Afd. II.
(Kapitaaldienst.)
f 43.251.183,—
43.245,844,—