By lage 17
II. STADSONTWIKKELING.
„Leyenburg”.
VERSLAG van den Dienst der Stadsontwikkeling
en Volkshuisvesting van ’s-Gravenhage over het
jaar 1936.
I. ALGEMEEN.
De Dienst der Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting werd Beheer,
beheerd door Burgemeester en Wethouders, bijgestaan door de
Commissie voor de Plaatselijke Werken en Eigendommen.
In verband met het bedanken voor het lidmaatschap van den
Raad door den heer Dr. W. J. Hartmann werd in de Raadsver
gadering van 22 Juni 1936 in zijn plaats in de Commissie voor
de Plaatselijke Werken en Eigendommen benoemd het raadslid
A. Folmer.
In de Raadsvergadering van 7 September 1936 werd deze
commissie als volgt samengesteld: M. Vrijenhoek, voorzitter;
J. J. van Langen, Mr. Tj. Mobach, F. N. V. Quant, Jhr. Mr.
J. M. M. v. Asch van Wijk, J. W. v. d. Akker en A. Folmer.
Het bij den Dienst werkzame personeel bestond op 31 De- Personeel,
eember 1936 uit 80 vaste en 2 tijdelijke ambtenaren, alsmede
1 wachtgelder. Bovendien waren 8 vaste ambtenaren van den
Dienst gedetacheerd bij de Stichting „Centraal Woningbeheer”.
Voorts waren op genoemden datum werkzaam 5 vaste werk
lieden, 1 reservist, 4 jongmaatjes-werkman en 10 losse werk
vrouwen; laatstgenoemden in dienst van den concierge.
1. Uitbreidingsplannen enz.
In aansluiting aan het vermelde in het jaarverslag over 1935 Uitbreidingsplan
kan worden medegedeeld, dat Burgemeester en Wethouders de „Leyenburg”.
voorgenomen wijziging van het uitbreidingsplan „Leyenburg”,
voor wat betreft het gedeelte van het voor school- en sport
terrein gereserveerde terrein in dit plan, hebben goedgekeurd.
Aan het einde van het verslagjaar was deze herziening nog
niet tot stand gekomen.
In overleg met den Directeur van het Gemeentelijk Bouw- en Uitbreidingsplan
Woningtoezicht werd voorbereid een herziening van het uit- „Laakwijk”.
breidingsplan „Laakwijk”, waarbij de bebouwing van sommige
terreinen nader zou worden geregeld.
A. STADSUITBREIDING.