17
33
leegstaande woningen werd
wegens
leegstaande
woningen.
Ook in 1936 was de huurderving uiterst gering in de oudste
woningcomplexen der Loosduinsche woningbouwcorporaties en
in de te Scheveningen gelegen complexen der vereeniging De
Goede Woning te Scheveningen. De in 1934 en 1935 in gebruik
woning. Een verdere daling van het algemeen gemiddelde moet
dus ook thans weer worden geconstateerd. Het gemiddelde per
einde 1936 was het grootst in het 5e complex der R.-K. Woning-
bouwvereeniging Verbetering zij ons Streven met 5,67 en het
kleinst in het tweede complex der vereeniging ’s-Gravenhage
met 2,50 bewoner per woning.
Het aantal verhuizingen bedroeg in 1936 1878, in 1935 1806
of respectievelijk 26,23 en 25,23 zoodat weder toeneming
daarvan moet worden geconstateerd. Deze verhuizing van meer
dan der bewoners in één jaar verhoogt de onderhoudskosten
der woningen belangrijk en veroorzaakt veel moeilijkheden aan
het beheer der vereenigingen.
Tabel XIII geeft een indeeling der verhuizingen naar de
huurklassen. Daar ook in 1936 de huren weder werden verlaagd,
is de reeds te vorigen jare voorgekomen verschuiving naar
lagere huurklassen thans toegenomen. Dientengevolge is het
cijfermateriaal voor vergelijking minder geschikt. Echter kan
worden vastgesteld, dat de mutaties relatief het grootst zijn in
de goedkoopere woninggroepen, met name in de huurprijzen
tot f 5,per week.
De tabellen XIV, XV en XVI geven een overzicht betref- Huurinningen
fende de huurinning, de huurderving en het aantal der leeg
staande woningen.
Ingaande 9 Augustus 1936 zijn de huren van 5642 vereeni-
gingswoningen meer of minder belangrijk verlaagd. De ver
laging bedroeg gemiddeld f 0,38 per woning en per week,
de bruto huuropbrengst verminderde dientengevolge met
f 110.214,De resultaten dezer verlaging waren gunstig; het
aantal leegstaande woningen (inclusief winkelwoningen), dat
op 1 Juli 1936 800 bedroeg, was op 31 December 1936 tot 502
gedaald.
Aan huurderving
geboekt:
VERSLAG STADSONTWIKKELING EN VOLKSHUISVESTING.
Procenten.
3.31
6,96
10,94
9,98
1933
1934
1 Jan.—30 Nov. 1935
1 Dec. 1935—30 Nov. 1936
Bedragen.
f 69.346,63
145.171,86
207.562,30
208.573,84