33 21 voor overheids instellingen. van bijzonde ren aard. (Maatschappe lijk minder ge- schikten, niet- validen enz.) in bepaalde bedrijfstakken. Het aantal plaatsingen van de afd. Jeugdbemiddeling is vergeleken met 1935 gestegen met 238 of 12,4 De jeugdigen beneden 18 jaar, geplaatst door de andere afdeelingen, zijn in aantal, vergeleken met 1935, vrijwel gelijkgebleven (mannen 1935: 374, 1936: 367; vrouwen 1935: 1921, 1936: 1901). De afdeeling Bijzondere Bemiddeling heeft in 1936 geplaatst 3. Bemiddeling 177 personen, waarvan 131 voor onbepaalden tijd en 24 voor korter dan een maand in het particuliere bedrijf tewerkgesteld werden, terwijl een 22-tal in lossen Gemeentedienst werd geplaatst. Bij informatie bleek herhaaldelijk, dat het meerendeel voor het hun opgedragen werk geschikt bleek, hetgeen de tot nu toe opgedane ervaring bevestigde, dat ook minder-validen, mits op de voor hen juiste plaats in het bedrijfsleven ingesehoven, menigmaal volwaardigen arbeid kunnen presteeren. Omtrent de bemiddeling in bepaalde bedrijfstakken (als be- 4. Bemiddeling doeld in het schema voor het verslag, als bijlage IV gevoegd bij de Beschikking van den Minister van Arbeid, Handel en Nijver heid d.d. 17 Maart 1932) valt, na hetgeen daarover onder 2 van deze paragraaf werd geschreven, niets te vermelden. De bemiddeling voor overheidsinstellingen, andere dan de 5. Bemiddeling Gemeentediensten, nam in 1936 eenigermate toe, hoewel deze nog veel meer zou kunnen worden uitgebreid. De Rijksinstellingen hebben als regel de Arbeidsbeurs bij hun personeelvoorziening nog niet ingeschakeld. Ten aanzien van crisisinstellingen valt eenige verbetering waar te nemen; zij vragen evenwel bijna uitsluitend lager of jong personeel aan. Ingevolge de bestaande regeling geschiedt de plaatsing van personeel in Gemeentedienst door bemiddeling der Arbeidsbeurs. Voor zoover de benoodigde krachten niet uit de Gemeentelijke Personeelsreserve of uit de wachtgelders (zie VI) kunnen worden geput, wordt in de behoefte voorzien door plaatsing van bij de Arbeidsbeurs ingeschrevenen. De bedrijven en diensten verwijzen sollicitanten regelmatig naar haar en zenden ingekomen solli- citatiestukken door. Indien een aangevraagde kracht niet uit het aanbod bij de Arbeidsbeurs kan worden geleverd, geschiedt de oproeping van sollicitanten door de Arbeidsbeurs, welke instelling de inge komen aanbiedingen verzamelt en aan den desbetreffenden dienst doorzendt. Bij de Gemeentelijke diensten en bedrijven werden in de jaren 19311936 geplaatst onderscheidenlijk 3103, 2233, 3023, 2874, 1773 en 1883 personen. De staat van de diensten en bedrijven, waarbij deze krachten werden geplaatst, is uit bezuinigingsoverwegingen wederom niet meer in het verslag opgenomen. VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1936 | | pagina 644