33 25 Voor de verdere gegevens omtrent deze werkverschaffing wordt verwezen naar Bijlage VI. b. Werkverschaffing voor gesteunde werklooze administra tieve krachten. In 1935 werd voor het eerst een deel der werkverschaffing aan de Arbeidsbeurs opgedragen, namelijk die aan administra tief personeel bij het Centraal Bureau voor de Statistiek, het Bureau voor Kunsthistorische en Ikonografische Documentatie en de Centrale Commissie voor de Statistiek. Gedurende 1936 werd hiermede voortgegaan. Bij de genoemde instellingen waren in 1936 onderscheidenlijk 125, 3 en 1 personen in werkverschaf fing werkzaam. De ingezonden loondeclaraties werden door de Arbeidsbeurs gecontroleerd. Voor verdere gegevens omtrent deze werkverschaffing wordt verwezen naar Bijlage VI van dit verslag. c. Loonbijslagregeling voor den tuinbouw 1936. Zeer omvangrijk waren de werkzaamheden, welke in de eerste negen maanden van 1936 door de Arbeidsbeurs werden verricht ter uitvoering van de nieuwe loonbijslagregeling voor den tuinbouw, door den Minister van Sociale Zaken den 30sten December 1935 gepubliceerd. Werd volgens de regeling van 1935 voor eiken boven het minimum aantal geplaatsten arbeider door Rijk en Gemeente te zamen 1f!t van het loon vergoed, in 1936 werd de bijslag van de Overheid gegeven op het loonbedrag, dat in een tuinbouw bedrijf wordt uitbetaald boven een voor elk bedrijf afzonderlijk vast te stellen minimum loonbedrag per jaar. De bijslag bedroeg 50 van hetgeen aan loon werd uitgekeerd boven het genoemde minimum-loonbedrag. Er kwamen 181 aanvragen binnen van tuinders, die voor dezen loonbijslag in aanmerking wenschten te komen (168 uit ’s-Gravenhage, voornamelijk Loosduinen en 13 uit de buitenge meenten). Zeven werkgevers trokken later hun aanvrage in. Voor al deze bedrijven werd door de Commissie, welke in 1935 ook de loonbijslagregeling uitvoerde en waarvan de Direc teur der Gem. Arbeidsbeurs voorzitter was, na onderzoek een minimum-loonbedrag vastgesteld, dat aan de betrokkenen werd medegedeeld. Wekelijks moesten deze werkgevers hun door alle arbeiders geteekende loonstaten bij de Arbeidsbeurs inzenden, waar deze staten administratief moesten worden verwerkt. Een 23-tal tuin ders zond na het bekend worden van het voor hun bedrijf vast gestelde minimum-loonbedrag geen loonstaten meer in. Prac- tisch kwam dus de loonadministratie van een 150-tal tuinders- bedrijven bij de Arbeidsbeurs. VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1936 | | pagina 648