35
10
VERSLAG VAN MAATSCHAPPELIJK HULPBETOON.
1936.
1934.
1935.
f 3.923.440,69
Toegekend
f 2.487.147,74
f 3.092.208,88
117.817,10
84.685,57
56.252,61
Ingehouden
n
f 3.805.623,59
f 2.430.895,13
f 3.007.523,31
15.289,50 af
53.858,24
8.096,23 bjj
bij
f 3.751.765,35
f 2.438.991,36
Netto
f 3.022.812,81
44.463,39
28.359,36
>5
f 3.707.301,96
1) Waaronder f 216.746,— voor kooplieden en venters.
Te verrekenen over
andere jaren
Rente inge
volge sociale
wetgeving en
pensioen.
Het in 1936 gemiddeld toegekend steunbedrag bedraagt voor
kooplieden en venters f 8,66 en voor anderen f 8,per partij
en per week.
Meervoudige In 1936 werden 1317 partijen mede door kerkelijke en parti-
ondersteuning. culiere instellingen gesteund, in 1935: 1298 partijen en in 1934:
1564 partijen. Door de ongunstige tijdsomstandigheden zijn
mede-ondersteunende instellingen niet meer in die mate als
voorheen tot steunen in staat.
Behalve ondersteuning van de Gemeente en een particuliere
instelling van weldadigheid, genoten 57 partijen bovendien
weezenrente, 6 partijen bovendien pensioen. Met een bedrag aan
ondersteuning alleen van den Dienst, genoten 194 partijen
weezenrente, 86 partijen pensioen. Tevens genoten 2359 vanwege
den Dienst ondersteunde personen van 65 jaar en ouder de rente,
bedoeld in de artikelen 369 en 370 der Invaliditeitswet. Vorig
jaar bedroeg dit aantal 2271.
Aan voorloopige ondersteuning, verstrekt in afwachting van
van wekelijksche ondersteuning, werd in 1936
voor 21.429 gevallen uitgekeerd f 169.831,19, waarvan als nood-
steun f 117.588,17 en ais eerste uitkeering f 52.243,02.
De netto uitbetaalde bedragen bedroegen voor wekelijksche
Voorloopige
ondersteuning, de toekenning
Wekelijksche
ondersteuning, ondersteuning in totaal:
waarvan betaald aan ondersteunden
in de werkverschaffing
I f 2.994.453,45