18
Observatie-
inrichting.
gen in deze wijken zijn, die nagenoeg in het weiland staan,
waar het vee van eenige nog overgebleven boerderijen graast.
Maatregelen hiertegen zijn niet te nemen en de verwachting is,
dat deze overlast, die zooals gebleken is, slechts van korten duur
was, met het verdwijnen der boerderijen zal ophouden.
In het laatst van het verslagjaar werd onze afdeeling belast
met het voor-onderzoek van kinderen, welke voor rekening van
Maatschappelijk Hulpbetoon worden opgenomen in inrichtingen
van verzorging en verblijf voor kinderen. In verband hiermede
werd, om zooveel mogelijk aan de bedoeling van dezen maat
regel te voldoen, een kontróle ingesteld op den gezondheids
toestand van het personeel dier inrichtingen zelve.
Eveneens kregen wij onder kontröle een 65-tal kinderen en
personen, welke in gezinnen door de zorgen van Maatschappelijk
Hulpbetoon waren ondergebracht. In verscheidene gevallen
werd aan het Konsultatiebureau voor tuberkulose om advies
gevraagd over den gezondheidstoestand der verpleegden. In
sommige gezinnen werden ongewenschte toestanden aange
troffen. Met behulp van Maatschappelijk Hulpbetoon werden
deze spoedig verbeterd.
In verband met den te verwachten grooten toeloop in de
volkslogementen ter gelegenheid van de huwelijksfeesten, werd
de toestand, waarin deze logementen verkeerden, aan een nauw
keurige kontróle onderworpen. Van het over grootste deel van
de 33 logementen was die toestand goed of voldoende. Van
ontoelaatbare toestanden werden de betrokken instanties op de
hoogte gesteld, waarbij tevens van de gelegenheid gebruik
gemaakt werd om te wijzen op het feit, dat in de meeste loge
menten onvoldoende voorzieningen waren getroffen tot ont-
koming bij brand, en de wenschelijkheid uit te spreken, dat
dwingende voorschriften hiervoor worden gegeven.
Bij Koninklijk besluit van 30 Juni 1936 (Staatsblad no. 855)
hield de Ontsmettingsdienst op te behooren tot de door den
Minister van Sociale Zaken noodzakelijk geachte ontsmettings-
diensten, zulks met ingang van 19 Juli 1936. In de werkwijze
van den dienst werd hierdoor geen verandering teweeggebracht.
Herhaaldelijk had de hygiënische afdeeling bemoeienis met
ouden van dagen, die door hun lichamelijken of geestelijken
toestand niet meer in staat waren voldoende voor zichzelve te
zorgen. Gelukkig konden de meesten in een of ander tehuis aan
betere zorgen worden overgedragen. Eenigen kwamen onder
toezicht van een wijkverpleging.
In de observatie-inrichting werden ondergebracht 268 per
sonen om reden van ontsmetting of zuivering hunner woningen.
37 VERSLAG VAN DEN GEM. GENEESKUNDIGEN EN GEZONDHEIDSDIENST.