39
3
en met 30 September 1936 gedurende eenigen tijd steun hadden
genoten een overgangstoelage verstrekt, gelijk aan den ouden
huurbijslag en op den grondslag van de door hen op 30 Sep
tember 1936 betaalde huur. (Vgl. het hieromtrent vermelde, op
blz. 8 van het Verslag van de Stichting „Centraal Woning-
beheer”.) Met deze groep van ondersteunden werden gelijk
gesteld zij, die op 1 October 1936 of in het tijdvak van 1 Maart
tot en met 30 September 1936 in werkverschaffing werkten of
uitkeering uit een werkloozenkas ontvingen. Aan ondersteunden,
die niet in aanmerking kwamen voor een overgangstoelage,
kon een vaste toelage van f 1,per week verstrekt worden.
De maximum-percentages, bedoeld in de artikelen 8 en 19 der
steunregeling, werden gewijzigd, evenals de daarmede verband
houdende schalen van maximum-uitkeeringen.
Voor ondersteunden, die in een aaneengesloten tijdsduur van
4 jaren minder dan 26 weken gewerkt hadden en uit dien hoofde
niet meer geacht konden worden te behooren tot het beroep, dat
zij eertijds uitoefenden, werden loonnormen vastgesteld onder
den naam van standaardloonen. Voor de gemeente ’s-Gravenhage
werd het standaardloon aanvankelijk bepaald op f 20,— per week
en nader vastgesteld op f 23,per week. De invoering werd
voorloopig opgeschort.
Ten aanzien van personen, die ten gevolge van hun jeugdigen
leeftijd nog niet het loon van volslagen arbeider verdiend
hadden, werd onder de in bovengenoemd ministerieel rond
schrijven van 31 Juli 1936 gestelde voorwaarden het maximum-
steunbedrag bepaald op 70 van het vorenbedoelde standaard
loon.
De samenstelling der commissie van advies voor den werk
lozensteun bleef in 1936 als in het vorige verslag vermeid.
Evenals in 1935 werd in 1936 voor alle valide werkloozen in
de kosten van steunverleening een bijdrage verleend uit het bij
de wet ingestelde Werkloosheidssubsidiefonds. Deze bijdrage
werd in 1936 voor de gemeente ’s-Gravenhage voorloopig vast
gesteld op 55,4
In totaal werd in het jaar 1936 aan werkloozensteun uit
betaald
a. f 4.026.124,80 (waaronder noodvoorzieningen, brandstof ver
strekkingen, Kerstuitkeeringen en extra-steun), in welk bedrag
niet is begrepen de bijslag op de kasuitkeeringen aan de inge
volge de Rijkssteunregeling ondersteunde werkloozen, die lid
zijn van een door het Rijk gesubsidieerde werkloozenkas, of lid
zijn van een organisatie van overheids- en semi-overheids-
personeel;
VERSLAG WERKLOOSHEIDSVERZEKERING ENZ.