39 4 Werkverschaf fing. b. f 3.586.434,48 (waaronder noodvoorzieningen, brandstofver- strekkingen, Kerstuitkeeringen en extra-steun) aan de overige ingevolge de Rijkssteunregeling ondersteunde werkloozen. Gedurende 1936 werd voor de onder a en b bedoelde werk loozen onderscheidenlijk f 4.179,62 en f 3.665,81 terugontvangen, als hetzij rechtmatig, hetzij onrechtmatig genoten steun. In 1936 werd door de Gemeente en het Rijk gezamenlijk een bedrag beschikbaar gesteld voor verschaffing van kleeding, schoeisel, beddegoed e.d. aan de in ondersteuning opgenomen werkloozen. Dit bedrag werd berekend naar f 4,20 per werklooze, terwijl ter bepaling van het aantal werkloozen aangenomen werd het gemiddelde cijfer over de eerste 10 maanden van 1935 van de bij de Gemeentelijke Arbeidsbeurs als werkzoekenden ingeschreven v'erkloozen. Op dezen grondslag werd een bedrag van f 94.504,20 beschikbaar gesteld, waarvan de Raad in zijn vergadering van 9 Maart 1936 f 2,per werklooze of wel f 45.002,voor rekening der Gemeente nam. Het bedrag van f 94.504,20 werd in den loop van het jaar door het Rijk aange vuld met f 1,71 per werklooze of wel f 38.476,71. Daarnevens stelde de Raad nog f 13.429,35 beschikbaar ter bestrijding van bijkomende kosten der bovenaangeduide verschaffing van klee ding enz. (salarissen, vergoedingen, kosten van administratie). De uitkeering der steunbedragen geschiedde, met uitzonde ring van enkele organisaties, evenals vorige jaren door tus- schenkomst van de vakvereenigingen. Voor de door de organisaties te voeren administratie werd ook in 1936 door de Gemeente een vergoeding betaald. Deze vergoeding bedraagt 7 cent per week voor eiken gesteunde boven het gemiddelde wekelijksch aantal ondersteunden over het jaar 1930, vermeerderd met 25 De maximum-uitkeering per vakvereeniging bedraagt f 2.500,per jaar. De regeling gold ook voor de Landelijke Vereeniging tot onderlinge ver zekering tegen de nadeelige gevolgen van werkloosheid en ziekte. Voor verdere mededeelingen betreffende den steun (in het bijzonder voor verstrekking van levensmiddelen tegen lagen prijs) wordt verwezen naar het verslag van den Gemeentelijken Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon. Voor zoover de werkgelegenheid het toeliet, werd in 1936 voortgegaan met valide werkloozen arbeid te doen verrichten voor het bedrag, dat zij aan steun ontvingen, vermeerderd met een bijslag van 10 Ter vaststelling van het aantal uren, dat voor den steun moest worden gewerkt, wrerd de in 1934 vastge stelde vergoeding van 45 cent per uur in 1936 (als in 1935) gehandhaafd. Voor andere werkverschaffingen, in het bijzonder VERSLAG WERKLOOSHEIDSVERZEKERING ENZ.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1936 | | pagina 800