39
6
afdeeling meubelmaken gevestigd werd. Deze lokalen werden
geheel door de bezoekers zelf ingericht.
Verschillende nieuwe werkobjecten werden begonnen, o.a.
het vervaardigen van schuilplaatsen in de Westduinen, 200
banken voor de plantsoenen, het maken van revisieteekeningen
en van teekeningen van monumenten, de bouw van een laseh-
loods, het verrichten van schilderwerk aan het Sumatrahuis,
het Volksgebouw, het gebouw der Christelijke Jongemannen-
Vereeniging en dat van de St. Joseph-gezellen-Vereeniging, het
maken van een brug voor de Volkstuinen en het verleenen van
bijstand bij het inrichten van de Psychotechnische tentoon
stelling.
Ook voor de ongeschoolde werkloozen werden passende werk
objecten gezocht en gevonden.
Tevens boden de doorloopende werkobjecten, zooals admi
nistratie, onderhoud gebouwen, het aanleggen van electrische
leidingen, voldoende gelegenheid de bekwaamheid en arbeids-
lust der cursisten te vergrooten.
Vermeld dient nog te worden de herdenking van het vijfjarig
bestaan, waarbij een kostelooze verloting van werkstukken
onder de cursisten georganiseerd werd, en de opening van het
Jeugdhuis in Noordwijk.
In het winterseizoen 1935/1936 gaf de afdeeling Den Haag van
de Commissie inzake Huishoudelijke Voorlichting aan vrouwen
van gezinnen met zeer lage inkomens onderwijs in koken,
wasschen en naaien. De kosten daarvan werden bestreden uit
bijdragen van particuliere instellingen alsmede door een van
Gemeentewege verstrekt subsidie ter bestrijding van de kosten
van gebruik van Gemeentelijke localiteiten. In zijn vergadering
van 20 April 1936 (Verz. No. 199) stelde de Raad ten behoeve
van overeenkomstige cursussen tegen het einde van 1936 een
subsidie beschikbaar van f 2.270,20, te vermeerderen met een
subsidie ter bestrijding van kosten van gebruik van Gemeente-
localiteit. Bij het afdrukken van het verslag was de beslissing
omtrent een Rijksbijdrage in de kosten van dit werk waartoe
Burgemeester en Wethouders een verzoek richtten tot den
Minister van Sociale Zaken nog niet bekend.
In zijn vergadering van 22 Juni 1936 vereenigde de Raad
zich met het voorstel van Burgemeester en Wethouders (Verz.
1936, No. 336) om voor 1936 een bedrag van f 2.000,beschikbaar
te stellen voor het verleenen van subsidie aan de plaatselijke
vakcentrales voor de ontwikkeling van en het verschaffen van
bezigheid aan werkloozen in het algemeen. Ook hierin werd een
Rijksbijdrage voorloopig vastgesteld op 55,4
VERSLAG WERKLOOSHEIDSVERZEKERING ENZ.