40 22 Algemeene opmerkingen. Regeling van de voedselver- strekking. 13. Schoolkindervoeding. Gedurende het jaar 1936 had de verstrekking van school kindervoeding plaats door tusschenkomst van: a. de stichting „Schoolkindervoeding te ’s-Gravenliage”, ten behoeve van leerlingen van openbare, Protestantsch- Christelijke en neutrale bijzondere scholen voor gewoon lager, buitengewoon lager en voorbereidend onderwijs; b. het Liefdewerk Kindervoeding van de Vereeniging van den H. Vineentius van Paulo, voor leerlingen van soort gelijke Roomsch-Katholieke scholen. Als opvolgster van den bij Raadsbesluit van 17 December 1934 ingestelden Tijdelijken Dienst voor Schoolkindervoeding heeft de onder a genoemde instelling haar werkzaamheden op 1 Januari 1936 aangevangen. Haar bestuur bestond uit de heeren J. de Waal, voorzitter, J. de Groot, secretaris-penningmeester, de dames G. W. Bleumink-Louman en H. C. S. E. Schiff-Stork en de heeren N. Arkema, J. Lens, A. Miedema, M. van Steen bergen en J. E. Faber. De heeren Arkema en Van Steenbergen namen in den loop van het jaar ontslag en de heer Lens over leed. In de plaats van eerstgenoemden traden als nieuwe leden toe de heeren S. Janssens en J. R. Schiess; in de vacature-Lens was op het eind van het verslagjaar nog niet voorzien. De bestaande splitsing in wintervoeding en zomervoeding bleef bestendigd. Vanwege de stichting Schoolkindervoeding is aan de aller armste kinderen, van wie bekend was, dat zij des morgens ter school kwamen zonder voldoende voeding te hebben genoten, een ochtendboterham verstrekt. Dit had in hoofdzaak plaats aan de openbare school aan den Zuidwal 47; de zorg voor deze ver strekking berustte bij het hoofd van de school. Aan deze school werd op 272 dagen zoodanige ochtendvoeding uitgereikt aan totaal 43129 kinderen; de kosten hiervan bedroegen f 872,28. Voor ochtendvoeding aan de andere scholen is in totaal f 15,14 uitgegeven. Voorts is gedurende de zomervacantie, tijdens welke de ge wone schoolvoeding was gestaakt, door de zorgen van het personeel van den bond „Vacantiebezigheid voor schoolkin deren” een boterham en een glas melk verstrekt aan de aller armste kinderen, die aan de dagelijksche uitstapjes vanwege dien bond deelnamen en die, voor zoover kon worden nagegaan, niet voldoende gevoed aan die uitstapjes zouden deelnemen. Op verzoek van Burgemeester en Wethouders heeft het bestuur van de stichting Schoolkindervoeding de hieraan verbonden kosten, voor zoover deze niet uit de middelen van genoemden bond VERSLAG LAGER ONDERWIJS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1936 | | pagina 830