Btflage 42 VERSLAG VAN CURATOREN DER OPENBARE GYMNASIA OVER HET SCHOOLJAAR 1935-1936. VERSLAG omtrent het Voort gezet Onderwijs (Openbaar en Bijzonder Voorbereidend Hooger, Middelbaar en Handelsonderwijs) in de gemeente ’s-Gravenhage over het schooljaar 19351936. Ons college bleef aan het einde van dezen cursus als volgt samengesteld: Mr. J. AL. A. Lisman, voorzitter; Jhr. Mr. C. Feith, onder-voorzitter; Mr. L. P. J. Michielsen, secretaris; Dr. W. W. v. d. Meulen, Mr. J. D. Verbroek, Mejuffrouw Dr. J. S. A. M. Knoop, Prof. Mr. B. M. Taverne, A. W. Ijzerman, Jhr. Ir. A. G. Beelaerts van Blokland en Mr. L. A. Nypels. Op 18 December 1935 nam Dr. Cannegieter, met ingang van 8 Januari d.a.v. als rector van het eerste gymnasium afgetreden, officieel afscheid in de aula dier school. De zaal was dicht bezet met voornamelijk docenten, leerlingen en oud-leerlingen. Ver schillende autoriteiten waren aanwezig en ook het betrokken Departement alsmede het Gemeentebestuur hadden zich doen vertegenwoordigen. Uit de gehouden toespraken bleek de warme waardeering en genegenheid voor den scheidenden rector en uit zijn antwoord: dankbaarheid voor de velerzijds ondervonden en trouw gebleven sympathie. De door Mr. H. J. Smidt, referendaris aan het Departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, namens zijn Minis ter gedane mededeeling, dat H. M. de Koningin Dr. Cannegieter had benoemd tot officier in de orde van Oranje-Nassau werd door de aanwezigen met een levendig applaus begroet. Reeds bij Raadsbesluit van 7 October 1935 was de conrector Dr. J. van Ijzeren, sedert het begin van den cursus met de feite lijke waarneming van het rectoraat belast, aangewezen om Dr. Cannegieter definitief op te volgen. Met den heer van Ijzeren zijn wij lang genoeg bekend, om er zeker van te zijn, dat hij voor het rectoraat de noodige eigenschappen in ruime mate bezit. Dat ook het corps leeraren en leeraressen met zijn benoe ming ingenomen was, is intusschen ondubbelzinnig gebleken. Tot conrector werd 20 Januari 1936 benoemd Dr. J. C. Vollebregt.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1936 | | pagina 860