42
1
Wil echter zoodanig systeem gunstig werken, aldus strekken
ten bate van het onderwijs, dan moet bij de vaststelling van de
taak, die aan jeugdige krachten zal worden opgelegd, rekening
worden gehouden met de mogelijkheid die te kunnen volbrengen
ten voordeele van het onderwijs en van hen zelf. De Commissie
vreest, dat een taak van 26 tot 28 lesuren per week te groot is, te
meer nog als de benoemde onderwijs moet geven aan meer dan
één school of in meer dan één vak. Zij heeft daarop in haar
adviezen aan het College van Burgemeester en Wethouders ge
wezen, mede omdat aldus gelegenheid bestaat meer jeugdige
krachten aan het werk te stellen, waardoor zoo noodig later een
keuze mogelijk is. Uit zuinigheidsoverweging werd aan deze
adviezen geen gevolg gegeven; naar het oordeel van de Com
missie weegt de verkregen bezuiniging niet op tegen het nadeel,
dat daarvan voor het onderwijs kan worden verwacht.
De gevraagde adviezen betroffen in hoofdzaak die, welke be
trekking hadden op tijdelijke en definitieve benoemingen. Bij
de voordracht voor de benoeming van een directeur van een
der scholen besloot de Commissie zich op het standpunt te stellen
uitsluitend advies uit te brengen over de sollicitanten, die bij de
leden der Commissie bekend zijn. Zij was van oordeel dat een
aanbeveling harerzijds slechts een voorloopig karakter kon
dragen, omdat van een groot deel der overigen aan de Commis
sie nog niets bekend was. Wel meende de Commissie te moeten
opmerken, dat h.i. voor een benoeming tot directeur in de eerste
plaats in aanmerking komen: directeuren van elders, dan de
leeraren, werkzaam aan de Gemeentescholen en daarna de
leeraren van het bijzonder onderwijs hier ter stede en ten slotte
leeraren van elders.
In een brief van de Curatoren van de Gemeentelijke lycea
werd de aandacht gevestigd op het feit, dat de leerlingen, die de
afd. gymnasium van het lyceum Stokroosplein bezoeken, voor
verreweg het grootste deel gerecruteerd worden uit de leerlin
gen der 2e klasse h.b.s. van die school en bijna niet van andere
scholen. Dit gaf der Commissie aanleiding bij Burgemeester en
Wethouders aan te dringen op een meer algemeene bekendma
king omtrent de verschillende studiemogelijkheden, die de onder
scheidene Gemeentescholen geven. Burgemeester en Wethouders
hebben in antwoord daarop, onder dagteekening van 2 Juni 1936
no. 8191, een circulaire doen uitgaan betreffende studiekeuze,
welke circulaire, naar het oordeel der Commissie in geen enkel
programma der hoogere burgerscholen en lycea mag ontbreken.
Evenwel is gebleken, dat reeds sedert jaren door rectoren en
directeurén een gedrukte circulaire met dezelfde strekking aan
ouders en verzorgers van leerlingen wordt uitgereikt.
VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.