42 Dr. W. W. van der Meulen, voorzitter C. van Doorn, lid-werknemer O. L. Eschauzier, vertegenwoordiger van de Kamer van Koophandel en Fabrieken Mr. P. B. H. van Groin Soeters A. van Itallie, lid-werkgever F. N. V. Quant, lid-werkgever Mr. dr. P. A. Roeper Bosch, vertegenwoor diger van de Kamer van Koophandel en Fabrieken F. Schiff, lid-werkgever J. Spiesz Ir. A. E. Struve, vertegenwoordiger van de Kamer van Koophandel en Fabrieken A. C. Verbeek, lid-werknemer R. Winkel, lid-werknemer Mr. H. J. Morren, secretaris Voor het jaar 1936 werden de heeren dr. van van zitter en secretaris gekozen. Tijdens het verslagjaar werd geen nieuwe onder-voorzitter gekozen na het bedanken van den heer van der Maesen als lid der commissie. VERSLAG VAN DE SUB-COMMISSIE B DER COMMISSIE VAN TOEZICHT OP HET MIDDELBAAR ONDERWIJS, OVER HET SCHOOLJAAR 1935—1936. 1938 1941 1938 1941 1941 1941 1941 1938 1941 1941 1938 der Meulen, der Maesen en mr. Morren resp. tot voorzitter, onder-voor- 1938 1938 In het verslagjaar kwamen in de samenstelling der Com missie verschillende wijzigingen. De heeren W. J. Haksvoort en H. P. Oosterbaan wenschten op 1 October 1935 geen herbenoe ming. De heer J. F. van der Maesen bedankte in Mei 1936 om gezondheidsredenen voor het lidmaatschap der Commissie. De Commissie meent hier nog eens een woord van dank te moeten uitspreken voor het werk, dat deze afgetreden leden in den loop der jaren hebben verricht. In de vacature van lid-werkgever werd voorzien door de benoeming van den heer F. N. V. Quant, oud-wethouder van 's-Gravenhage, bij Raadsbesluit van 9 December 1935. In de vacature van lid-werknemer werd voorzien door benoeming van den heer A. C. Verbeek, procuratiehouder bij de Ned. Handel maatschappij, bij Raadsbesluit van 9 December 1935. In de vaca- ture-van der Maesen werd tijdens het verslagjaar niet voorzien. Op het einde van het verslagjaar was de commissie derhalve als volgt samengesteld: 10 VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS. Jaar van aftreding.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1936 | | pagina 869