42
11
De Commissie vergaderde in den loop van het schooljaar
acht maal.
De gewone werkzaamheden der Commissie bestaan in het
uitbrengen van adviezen aan het Gemeentebestuur, in het afleg
gen van schoolbezoeken en in het houden van toezicht bij de
eindexamens der handelsscholen.
Van deze werkzaamheden verdienen de volgende in het bij
zonder vermelding.
Het had de aandacht van de Commissie getrokken, dat door
de handelsscholen met 4-j. c. het reglement op de eindexamens
anders werd uitgelegd dan door de h.b.s. A. Zoowel in het regle
ment op de eindexamens der h.b.s. A als in dat voor de erkende
handelsscholen komt de bepaling voor, dat toegelaten wordt de
leerling, van wien het gemiddelde van de eindcijfers voor de
verplichte examenvakken 6 of meer bedraagt, die geen enkel
eindcijfer heeft lager dan 5 en niet meer dan twee vijven. Nu
meende men eenerzijds, dat de woorden „geen enkel eindcijfer
heeft lager dan 5” alleen sloegen op de verplichte vakken, ter
wijl men anderzijds van meening was, dat die woorden op alle
vakken sloegen. De directeur der h.b.s. A zoowel als de Com
missie stonden op het laatste standpunt. Desgevraagd ver
klaarde de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
dit laatste standpunt juist te achten.
De Commissie achtte het wenschelijk, dat door het Gemeente
bestuur werd bepaald, in welke zgn. onverplichte vakken exa
men zou worden afgenomen. Het Gemeentebestuur ging hier
mede accoord, waarna bepaald werd, dat bij de literair-economi-
sche afdeeling der h.b.s. aan de Raamstraat in scheikunde,
scheikundige technologie en handelsrecht en bij de handels
scholen met 4-j. c. in stenografie examen zou worden afgenomen.
Door het Gemeentebestuur werd, mede op aandrang van de
Commissie, een circulaire tot de hoofden der middelbare scholen
gericht ter zake het houden van vakvergaderingen, welke de
laatste jaren voor vele vakken in het geheel niet aan haar doel
beantwoordden.
Een regeling kwam tot stand, waardoor het mogelijk zou zijn
leerlingen van de Gemeentelijke handelscursussen, die een be
lemmering vormen voor een goeden gang van het onderwijs, den
toegang tot de school te ontzeggen. Reeds in het verslagjaar
werd van deze regeling voor één leerling gebruik gemaakt.
Het aantal Gemeentelijke handelscursussen bedroeg in het
verslagjaar drie, tegen vier in het vorige jaar. Zooals reeds in
het vorige jaarverslag werd vermeld, is de handelscursus aan
de de-Ghejjnstraat om redenen van bezuiniging opgeheven,
waardoor aan den directeur, den heer P. J. Mols, ontslag uit zijn
betrekking moest worden verleend. In de vergadering der Com
missie van 24 September 1935 werd de heer Mols wegens zijn
VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.