42
16
Schooltoezicht
Onderwijs.
Gebouwen.
Leer- en hulp
middelen.
Tentoon
stellingen,
excursies enz.
Boekenfonds,
boekenbeurzen, aanvragen om verstrekking van boeken enz. door het Gemeen
telijk Boekenfonds weder aanmerkelijk toenam, bleek het noodig
te trachten de uitgaven ook op dit punt te beperken. Ten einde
dit te bereiken werd er toe overgegaan voor die verstrekking
niet alleen de financieele draagkracht van de ouders als maat
staf aan te leggen, maar tevens zekere eischen te stellen met
betrekking tot de geschiktheid en bekwaamheid van de leer
lingen.
De aan verscheidene scholen ingestelde boekenbeurzen beant
woordden ten volle aan hun doel.
Als gevolg van de aanwezigheid aan de scholen van meer of
minder omvangrijke verzamelingen van aanschouwingsmiddelen
bleven bezoeken aan het Gemeentelijk Museum voor het onder
wijs slechts uitzondering; wel vonden talrijke bezoeken aan ten
toonstellingen, excursies en schooluitstapjes plaats.
De schoolreizen uit en naar België mochten zich ook dit jaar
in een groote belangstelling verheugen. Ongeveer 400 Belgische
scholieren bezochten deze stad en een gelijk aantal Nederland-
gemeenschappelijk met die voor alle middelbare scholen zal
geschieden, maar aan de onderwijskrachten van dit lyceum zelve
wordt overgelaten.
In verband met de wenschelijkheid om de groote verscheiden
heid van leerboeken, welke aan de verschillende middelbare
scholen worden gebruikt, te beperken, zijn, voorloopig voor de
vakken Nederlandsche en Fransche taal en letterkunde, com-
missiën ingesteld voor het brengen van meer eenheid in de boe
kenlijsten van de hoogere burgerscholen in deze gemeente.
In de indeeling van het van Gemeentewege uitgeoefend
schooltoezicht kwam geen verandering. Voor de wijzigingen in
de samenstelling van de colleges van curatoren en van de com-
missiën van toezicht, alsmede voor wat betreft de door het toe
zicht verrichte werkzaamheden, wordt verwezen naar hun hier-
voren af gedrukte verslagen.
Behoudens aanpassing aan de vorengenoemde bezuinigings
maatregelen en wijzigingen van meer ondergeschikten aard uit
onderwijskundig oogpunt, bleef de algemeene organisatie van
het voortgezet onderwijs nagenoeg onveranderd.
De staat van onderhoud van de schoolgebouwen en de uitvoe
ring van de schoonmaakwerkzaamheden gaf geen aanleiding tot
het maken van bijzondere opmerkingen.
De leer- en hulpmiddelen verkeerden in goeden staat en ble
ven, waar noodig door aanvulling op bescheiden schaal, aan de
behoeften van het onderwijs voldoen.
Aangezien als gevolg van de tijdsomstandigheden het aantal
VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.