42 24 Na de sinds 1930 van jaar tot jaar waargenomen toeneming van de gemiddelde klassebezetting voor alle richtingen en klas sen te zamen, nl. van 19,6 in 1930 tot 22,5 in 1935, valt voor 1936 de overigens geringe vermindering tot 22,3 op. Een vermindering doet zich voor alle richtingen te zamen, slechts met uitzondering van het gemiddelde voor de 4e, bij alle klassen voor, terwijl wat de verschillende richtingen betreft alleen bij de bijzondere gymnasia alle klassen te zamen een verdere toeneming van de gemiddelde klassebezetting valt waar te nemen. Wederom is de gemiddelde klassebezetting het hoogst bij de openbare handels(dag)scholen en daarop volgen ook thans de openbare hoogere burgerscholen, terwijl ook ditmaal de openbare gymnasia de kleinste gemiddelde bezetting hebben. In het bijzonder bij het gemiddelde over de jaren 1930 t./m. 1934 voor alle richtingen te zamen komt tot uitdrukking, dat de bezetting afneemt van de lagere naar de hoogere klassen. Deze verminderde bezetting in de hoogere klassen is niet zoozeer een gevolg van de splitsingen in afdeelingen na het tweede leerjaar (immers ook de gemiddelde bezetting van de 2e klassen is lager dan die van de le klassen) als wel vooral van de afneming van de schoolbevolking. Voor de jaren 1930 t./m. 1936 zjjn de volgen de cijfers bijeengebracht voor de eerste vier leerjaren (voor het 5de en 6de leerjaar is zuivere vergelijking niet mogelijk). De afneming van de schoolbevolking in de 2e, 3e en 4e klasse blijkt duidelijk uit de verhoudingscijfers gemiddeld over de jaren 1930 t./m. 1934; de overeenkomstige cijfers voor 1935 zijn belangrijk hooger en die voor 1936 vertoonen opnieuw stijging. Een en ander houdt verband met de doorwerking tot 1934 van de toeneming van het aantal leerlingen in de le klasse, na welk jaar eenige vermindering van het aantal aan den dag treedt. VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS. 2e klasse. 15 15 September 1930. H n t» n n 15 15 15 15 15 15 1931. 1932. 1933. 1934. 1935. 1936. 1 316 1 374 1 413 1 515 1 598 1 553 1 477 90,2 92,1 96,3 87,5 78,6 87,5 Se klasse. 1 105 1 191 1 150 1 253 1 290 1 385 1 404 4e klasse. 936 1 005 1 113 1 125 1 154 1 220 1 292 Aantal leerlingen by alle richtingen te zamen. le klasse. Gem. 1930/’34 100 15 September 1935. 100 1936. 100 1 244 1 203 1 287 1 322 1 446 1 430 1 423 Verhoudingscijfers. (Aantal leerlingen in de le klasse 100.) 83,1 89,2 95,1

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1936 | | pagina 883