44
het archief van zijn Dienst van 1860 tot 1910, waarvoor hij geen
plaats meer had en waarvan hij zich wenschte te ontdoen. Ik
maak hiervan eenigszins uitvoerig gewag, omdat het, voorzoo-
ver bekend, de eerste maal was, dat in ons land over het toe
komstig lot van een archief van een der Gemeentelijke Diensten
en Bedrijven moest worden beslist. De zaak werd ernstig in
onderzoek genomen. Door uitgebreide steekproeven bleek, dat
het archief in hoofdzaak bestond uit door het Gemeentebestuur
aan den Directeur der Gemeentewerken toegezonden brieven en
besluiten en uit minuten van brieven, nota’s en rapporten door
den Directeur tot Burgemeester en Wethouders gericht, welke
stukken dus alle ook in het administratief archief der Gemeente
te vinden zijn en verder uit enkele aanteekeningen en voorloo-
pige schetsjes zonder historisch belang. Daarom vond ik vrij
heid te adviseeren het geheele archief, voorzoover voor den
Dienst zelf van geen beteekenis meer, te vernietigen. Zoowel
Burgemeester en Wethouders als de Ministers van Binnenland-
sche Zaken en van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen
konden zich met mjjn zienswijze vereenigen, zoodat machtiging
werd verkregen het archief op te ruimen.
De klapper op de doopen vorderde aanmerkelijk; 15 doop
boeken werden geheel op fiches gebracht, waardoor de klapper
met ongeveer 65.000 fiches werd uitgebreid. Alle werden gecol-
lationneerd en in het systeem van ordening ingevoegd. Thans
zijn de doopboeken van de Groote Kerk van 1685 tot 1799, die
van de Nieuwe Kerk van 1704 tot 1811 en die van de Klooster
kerk van 1740 tot 1811 alle geklapperd.
De door de Vereeniging „die Haghe” bezoldigde dames
werkten mee aan den doopklapper, maar bewerkten daarnaast
9 deelen van het notarieel archief tussehen 1670 en 1680. Ook
werden twee deelen der serie tussehen 1660 en 1670, die blijkbaar
vroeger vergeten waren, geïndiceerd. Zoo werd de klapper op
het notarieel archief met ongeveer 4400 fiches uitgebreid, die
werden gecollationneerd en ingevoegd.
Zooals steeds werden alle, zeer talrijke, aanwinsten van de
Historisch-Topografische Bibliotheek direct in triplo beschreven
en de beschrijvingen in de systematische, alphabetische en
standcatalogi geplaatst, zoodat alle nieuwe stukken vrijwel
onmiddellijk voor het publiek beschikbaar zijn.
De beschrijving van de prenten, die in de boeken der Biblio
theek voorkomen, werd door een der werkloozen bijna geheel
voltooid. Hierdoor is een nuttig en bij talrjjke onderzoekingen
veelvuldig gebruikt instrument verkregen.
Ook de Handbibliotheek en de Krantenverzameling werden
geheel bijgehouden.
4
VERSLAG ARCHIEF DER GEMEENTE.