45
2
Verloven.
Volontairs.
Publicaties.
Bibliotheek.
Tentoonstel
lingen.
Ziekteverlof van langeren duur werd genoten door een der
zaalwachters en door een der rondleidsters. Bijzondere verloven
kwamen niet voor.
Met erkentelijkheid maak ik melding van den volontairen
arbeid van mej. D. M. E. Hooykaas en van dien gedurende een
gedeelte van het jaar van mej. H. Leuring, mej. B. J. Jansen en
van den heer W. J. Soesman, laatstgenoemde speciaal voor de
Muziekhistorische bibliotheek. Zij gaven hunne krachten als eene
onmisbare aanvulling van het werk van het bezoldigd personeel.
De uitgave onzer „Mededeelingen” moest nog achterwege
blijven en wachten tot 1937. Aan onze serie prentbriefkaarten kon
een nieuwe reeks worden toegevoegd, gefinancierd op dezelfde
wijze als de eerste reeks. In het geheel zijn er thans 110 verkrijg
baar gesteld.
De beschrijvingswerkzaamheden, w’elke voor enkele afdeelin-
Beschrijvings-
werkzaamheden. gen voor zoover het oude bezit aangaat geheel gereed kwamen,
worden voor de overige afdeelingen en voor de talrijke aanwin
sten regelmatig voortgezet, terwijl met de samenstelling van
enkele gidsen een begin werd gemaakt. Ook de zeer uitgebreide
reproductie-verzameling werd onderhanden genomen; aan de
systematische indeeling wordt thans geregeld gearbeid.
De bibliotheek wordt geregeld, ook door bezoekers, geraad
pleegd; enkele lacunes konden gelukkig reeds worden aangevuld.
Ook het verkeer met buitenlandsche bibliotheken, speciaal op het
gebied der muziekgeschiedenis, is weder op gang gebracht, daar
van onze studiegelegenheid op dit gebied druk wordt gebruik
gemaakt. Met behulp van een rectophoot werden talrijke af
schriften van handschriften of zeldzame werken ten behoeve
van studeerenden gemaakt en beschikbaar gesteld.
Toen het jaar 1936 begon, was een eeretentoonstelling, gewijd
aan de drie beroemde Haagsche broeders Jaeob, Mathijs en
Willem Maris, juist geopend. Zij duurde nog anderhalve maand
in het verslagjaar. Het groote aantal bezoekers bewijst de be
langstelling, evenals het feit, dat het gemeentebestuur van
Amsterdam ons de gelegenlieid bood om in het Stedelijk Museum
de collectie gedurende een maand ten toon te stellen. Zij trok
daar nog vele bezoekers en was tevens een voorbeeld van een
aangename intercommunale samenwerking.
De Maris-tentoonstelling werd gevolgd door eene van Heden-
daagsche Fransehe schilder- en beeldhouwkunst. Zij was door
den Conservator Dr. G. Knuttel Wzn. met medewerking van
den heer Nesto Jacometti te Parijs bijeengebracht. De Mij. Arti
et Amicitiae te Amsterdam vroeg en kreeg van ons en de
inzenders verlof deze tentoonstelling ook naar hare zalen te
Amsterdam over te brengen.
VERSLAG DIENST VOOR KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN.