Byiage 46 VERSLAG betreffende den Koninklijken Schouwburg te ’s-Gravenhage over het jaar 1936. De Commissie van Beheer was bij den aanvang van het jaar Commissie van samengesteld als volgt: voorzitter: Prof. Ir. C. L. van der Bilt, Beheer. Wethouder van Onderwijs, als lid van het Dagelijkseh Bestuur der Gemeente; leden: Prof. Mr. A. C. Josephus Jitta, Mr. D. J. I. van den Oever, J. Spiesz en W. H. Vliegen, als leden van den Gemeenteraad en Mr. G. A. van Haeften, Mevrouw A. M. van HilleGaerthé, Dr. W. W. van der Meulen en Mr. J. A. Philipse, als leden uit de ingezetenen van ’s-Gravenhage; secretaris: Dr. C. van den Berg, Chef van de afdeeling Onderwijs der Gemeente secretarie; plv. secretaris D. E. Nieborg, plv. Chef van de af deeling Onderwijs der Gemeentesecretarie. Bij besluit van Burgemeester en Wethouders d.d. 24 Juni 1936 Ag. No. 9908, Afd. O. werd eervol ontslag verleend aan Dr. C. van den Berg en werd als zijn opvolger benoemd Dr. Mr. A. Buriks, Chef van de afdeeling Onderwijs der Gemeentesecretarie. Het personeel bestond aan het einde van het verslagjaar uit: Personeel. De Commissie belast met de leiding van den Koninklijken Commissie belast Schouwburg, bestaande uit: Mr. G. A. van Haeften, gedelegeerd met de leiding, lid van de Commissie van Beheer over den Kon. Schouwburg, 1 administrateur, in tijdelijken dienst; 1 ambtenaar voor de administratie, in vasten dienst; 2 bureaulisten, in vasten dienst; 4 ambtenaren voor den tooneeldienst (waarvan 1 tevens dienst doet als concierge en hoofdeontroleur), in vasten dienst; 9 werklieden (waarvan 1 in tijdelijken en de overigen in vasten dienst) voor den tooneeldienst, benevens 5 losse avondwerkers, waarvan 1 portiersdienst verricht; 1 werkman voor de centrale verwarming, in vasten dienst; 3 controleurs, waarvan 1 in lossen dienst; 1 suppoost, in lossen dienst; 5 ouvreuses, in lossen dienst; 2 terreinbewakers, in lossen dienst (achterportiers) 5 werkvrouwen, in lossen dienst; 1 portier, in lossen dienst (wachtgelder).

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1936 | | pagina 943