By lage 1
VERSLAG van het Gemeentelijk Scheidsgerecht
over het jaar 1936.
Bij den aanvang van het jaar 1936 was het Gemeentelijk Samenstelling.
Scheidsgerecht samengesteld als volgt: Mr. Dr. J. Plantenga, lid-
voorzitter, Mr. Dr. J. H. R. Sinninghe Damsté, plaatsvervangend-
lid-voorzitter, beiden benoemd door den Gemeenteraad; Mr. F.
J. de Jong (met ingang van 1 Januari 1936 in de plaats getreden
van Jhr. Mr. E. C. U. van Doorn, die zich niet meer beschikbaar
kon stellen) en Jhr. Ir. J. Röell, leden, Ir. J. Lely, Jhr. Mr. R. W.
.1. den Tex (met ingang van 1 Januari 1936 aangewezen in plaats
van het tot lid benoemde plaatsvervangende lid Mr. F. J. de
Jong), Ir. J. D. Tours en C. J. P. Zaalberg, plaatsvervangende
leden, allen gekozen door de hoofden van de takken van Ge
meentedienst; B. Coltof, Th. B. V. Dill, leden, Jos. A. van Segge-
len en L. Vermeulen, plaatsvervangende leden, gekozen door de
vakvereenigingen van ambtenaren en werklieden, die recht
hebben op vertegenwoordiging in de Centrale Commissie van
Overleg.
In den loop van het verslagjaar overleed de heer Dill. In zijn
plaats werd gekozen de heer H. M. Roos, voorzitter van den
Centralen Bond van Post-, Telegraaf- en Telefoonpersoneel. Als
plaatsvervangende leden kozen de vakvereenigingen in een
tweetal bij den aanvang van het verslagjaar bestaande vacatures
de heeren J. A. Knetsch, hoofdcommies bij het Departement van
Sociale Zaken, en N. Vijlbrief, secretaris van den Centralen
Nederlandschen Ambtenaarsbond.
Aan de medewerking, welke het Scheidsgerecht vele jaren
zoowel van Mr. van Doorn als van wijlen den heer Dill mocht
ondervinden, zij bij dezen een woord van groote waardeering
gewijd.
Het secretariaat bleef berusten bij den heer J. van Wijk,
referendaris ter Gemeentesecretarie, Chef der afdeeling Sociale
Zaken. Plaatsvervangende secretarissen waren de heeren Mr.
Br. J. H. Labberton, Mr. J. Kunst en L. van der Wulp.
In het jaar 1936 zijn in totaal 4 vergaderingen gehouden. Werkzaamheden.
Ingesteld werden 9 beroepen; één daarvan werd vóór de behan
deling ter zitting ingetrokken. In de 8 overige zaken gaf het
Scheidsgerecht vijfmaal een bindende beslissing (behoudens
nadere voorziening door den Centralen Raad van Beroep), ter
wijl driemaal een advies werd uitgebraeht, nadat dit op grond