1
2
Beroep op den
van Beroep.
Bülagen.
’s-Gravenhage, 13 April 1937.
SINNINGHE DAMSTÉ,
Plv. Voorzitter.
J. VAN WIJK, Secretaris.
van de bestaande voorschriften door Burgemeester en Wet
houders was gevraagd.
Tegen de in bijlage I onder nos. 1 en 4 vermelde uitspraken
Centralen Raad kwam de Geneesheer-Directeur der Gemeenteziekenhuizen in
verzet bij den Centralen Raad van Beroep te Utrecht. In het
eerste geval vernietigde deze Raad de uitspraak van het Scheids
gerecht, met bevestiging van het verleende niet-eervol ontslag,
omdat hij in de opvatting van het Scheidsgerecht nopens de
aanwezigheid van verzachtende omstandigheden niet kon
deelen; in het tweede geval kon het beroep worden ingetrokken,
omdat de appellant aan een vrijwillig doen eindigen van zijn
dienstverband de voorkeur gaf.
In het in bijlage I onder 2 genoemde geval werd het beroep
van appellant op den Centralen Raad ongegrond verklaard.
Bijlage I geeft een overzicht van de behandelde zaken,
bijlage II een overzicht van de in 1936 aan ambtenaren en werk
lieden opgelegde straffen en schadevergoedingen en van de ge
vallen, waarin aan vast personeel ontslag wegens ongeschikt
heid, anders dan ten gevolge van lichaams- of zielsgebreken,
werd verleend.
VERSLAG VAN HET GEMEENTELIJK SCHEIDSGERECHT.