il 9 5 B. Belasting op vermakelijkheden. (Zie staten IV en V.) Ten aanzien van de gemeentefondsbelasting worden hierna de cijfers gegeven over de belastingjaren 1934/35, 1935/36 en 1936/37 voor zoover tot 1 Januari 1938 bekend. Deze gegevens werden samengesteld uit door de administratie der Rijksbelas- tingen maandelijks verstrekte opgaven. Bij deze cijfers is geen rekening gehouden met ontheffingen na reclame, wegens overlijden en verlaten van het Rijk, evenmin met afschrijvingen wegens onvermogen en oninbare posten. Het totaal aantal aangeslagenen bedroeg in de jaren 1934/35, 1935/36 en 1936/37 onderscheidenlijk 15.687, 15.152 en 14.988. Staat IV geeft een overzicht van de opbrengst dezer belasting over de jaren 1935, 1936 en 1937. De totale zuivere opbrengst dezer belasting bedroeg over 1937 f 754.209,96 tegen f 766.576,65 over 1936 en f 719.529,50 over 1935. De opbrengst over het laatste jaar bedroeg alzoo ruim f 12.300,minder dan in 1936 of 1,6 over 1936 was de opbrengst ruim f 47.000,of 6,5 hooger dan in 1935. Met ingang van 1 Januari 1937 is de oppervlaktebelasting verlaagd, welke verlaging voor 1937 een mindere opbrengst van f 31.000,ten gevolge had. VERSLAG GEMEENTEBELASTINGEN. Gemeente-opcenten. Bedrag. n i 2) f III. Gemeentefondsbelasting. 1934/35 1935/36 1936/37 9.644.584 7.243.465 6.798.434 4.759.229 4.647.451 4.684.563 Aantal aangesla genen. Hoofdsom en opcenten. Hoofdsom. Belasting jaar. f 14.403.813,— 11.890.916,— 11.482.997,— 123 311 134 919 130 534 Onder deze hoofdsom is begrepen f 120.535,over 1934/35, f 93.539, over 1935/36 en f 106.138,over 1936/37 wegens niet binnen deze gemeente wonende of gevestigde belastingplichtigen, van wie geen opcenten zijn geheven. 2) Hoofdsom en 30 opcenten. 3) De aanslag in de gemeentefondsbelasting wordt sedert 1 Mei 1935 op gelegd bjj een belastbare som van f 750,Over het jaar 1934/35 bedroeg deze som f 900,Hieruit valt de toeneming van het aantal aangeslagenen te verklaren. 65 I f 65 70

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1937 | | pagina 103