I 9 I I 11 G. Aantal, oppervlakte en belastbare opbrengst der perceelen. B. Bedrag1 der kohieren. Heffing van Rtyksbelastingen te ’s-Gravenhage, met de daarop geheven R|jks-, Provinciale- en Gemeente opcenten. (Overgenomen uit de Statistiek der Rijksfinanciën Grondbelasting. A. 3 s -u a 2. Personeele belasting. A. Aantal perceelen, belast naar de grondslagen huurwaarde en mobilair, be laste waarde, bedrag der belasting en kinderaftrek. i VERSLAG GEMEENTEBELASTINGEN. 1. Belastbare opbrengst. ha a ca f Hoofdsom, i) Opcenten. Gebouwd. Ongebouwd. Bedrag. Bedrag. Bedrag. Bedrag. Huurwaarde (io grondslag). Mobilair (20 grondslag). Dienstjaren. f f f n n n n n n n n n n I n n n n n n n n n n J» n n 1931 2) 1932 3) 1933 1934 8) 1935 1936 68 271 69 845 71 899 72 571 75 027 Gebouwde eigendommen. Aantal perceelen. 949 991 1 156 1 232 1 254 105 596 109 919 113 593 116 967 116 628 116 967 20 20 20 20 20 70 433 72 592 73 637 74 644 75 530 Belaste huurwaarde. Aantal onbelastbare perceelen. 20 20 20 20 20 n n 4 293 4 458 4 637 4 849 4 926 voor de Provincie. 6617 6617 6617 6 617 6617 voor de Gemeente. 2.848.838,— 2.920.509,— 2.871.661,— 2.790440,— 2.603.549,— 2.349.056,— 1982/83. 1933/84. 1984/36. 1985/86. 1986/37. Gebouwde eigendommen. voor de Gemeente. Ongebouwde eigendommen. Hoofdsom en alle opcenten. Aantal belaste perceelen. 5 80 80 80 80 80 Totaal der belasting. 20 20 20 20 20 54.715.845,— 56.498.233,— 57.169.426,— 57.112.211,— 54.984.028,— 51.941.135,— 10 74 01 71 07 voor de Provincie. 19B1 IS 12 1 >3 1964 19 15 36.741.288,— 38.195 579,— 39.653.212,— 40.975.596,— 42.364.376,— 766.873,— 763.048,— 742.859,— 686.206,— 634.630,— 603.574,- 3 g -6 a i 5 T3 g 98 90 81 72 66 f 24.405,- 24 075,— 23.960,— 23.531,— 20 20 20 20 20 f 1.435.167,— 1.486.840,-1 1.549.254,— 1.598.415,-1 1.649.416,-1 f4.881,— ,4.815,- ,4 792,- ,4.706,- „4.643, Oppervlakte der j gebouwde en ongebouwde eigendommen. Ongebouwde eigendommen. Ni kinderaftrek. 5 En van n n Aantal belaste I perceelen. f363.673,— „376.526,— „887.314,— „399.604,— „412.354, Aantal aanslagen. I Bedrag der belasting, i) Bedrag der belasting, f4.881, f3.985.757,— „4.815,—4.127.331,— „4.792,— 4.293.994,- „4.706,—4.428.585,- „4.648,—j„ 4.568.396,— f 406.792,— 403.842,— 399.490,— 392.309,— 387.030,— 31 563 1358.550,- 32296 32 434 „1.986.568, - 82 992.1.998.019,- I 33626 33 432 2.061.771,- 23.215,- aVan 1981 tot en i...7“.’ V der hoofdsom komt ten goede van het Rjjk en van het in 1935 ingestelde werkioosheidssubsidiefonds. Tot en met 1933 ten behoeve van het Leeningfonds, daarna ten behoeve van de algemeene middelen. Deze opcenten de ongebouwde eigendommen over 1938 voor het laatst geheven. Aantal i onbelastbare perceelen. I f858.791,— „371.710,- „887.814.— „399.604.- „412.354, met 1934 werd 75 en over 1935 35 van de hoofdsom aan de Gemeente uitgekeerd. Het overige •1 t) vorige belastingjaren vallende onder het boekingstpdvak 1931/32. n Gebouwd en i ongebouwd 1 Leeningfonds 1914. 2) •0 S 30859 30893 f 1.793.959,- 31492 Q1 KÖQ 1 QF'0 32296 94 33 034 I 33626 Bedrag.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1937 | | pagina 109