15 a. Het in 1927 van de Gemeente in huur verkregen terrein in den Segbroekpolder, nabij „de Wildhoef” (ter vervanging van de kweekerij achter de Laan van Eik en Duinen) groot 2 ha, bleef ook gedurende het verslagjaar in gebruik. VI. BEPLANTINGEN BIJ GEMEENTEGEBOUWEN. Het onderhouden van de beplantingen bij de verschillende Gemeentegebouwen geschiedde in eigen beheer, met uitzonde ring van: de beplantingen bij de verschillende woningcomplexen voor de volkshuisvesting; b. de beplantingen bij sommige Gemeentegebouwen, welke hiervoor geschikt werden geacht. Het onderhouden van de onder a. genoemde beplantingen werd, evenals het vorige jaar, door den Dienst der Stadsont wikkeling en Volkshuisvesting zelf verzorgd, door middel van uitbesteding onder toezicht van de Directie der Gemeente- plantsoenen. Het uitbesteden van en het houden van toezicht op het onderhoud der onder b. genoemde beplantingen geschiedde door de Directie der Plantsoenen. V. WERKTUIGEN, GEREEDSCHAPPEN ENZ. Het onderhoud der werktuigen en gereedschappen geschiedde, evenals vorige jaren, in eigen beheer, terwijl het nieuwe mate riaal voor het grootste gedeelte van verschillende leveranciers werd betrokken. Het aantal motorgrasmaaimachines werd in 1937 weder uit gebreid met 2 exemplaren in verband met de steeds vermeer derende oppervlakte gras op pleinen enz. Aan het einde van het verslagjaar waren in gebruik 17 motorgrasmaaimachines, terwijl het aantal motorsproeipompen weder van 7 op 8 stuks werd gebracht door aanschaffing van een nieuwe pomp voor het in 1936 als geheel versleten afge schreven exemplaar. IV. GEBOUWEN EN INRICHTINGEN. Het gewone dagelijksche onderhoud vond weder zooveel mogelijk in eigen beheer plaats, terwijl de werkzaamheden van meer bouwtechnischen aard door het bedrijf der Gemeente werken werden uitgevoerd. Vermeerdering of vermindering van het aantal gebouwen en inrichtingen of uitbreiding van deze had in den loop van het jaar niet plaats. 4 VERSLAG GEMEENTEPLANTSOENEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1937 | | pagina 235