20
2 034 huwelijken
f 44.407,50
Huwelijken van
r>
Van de in het huwelijk getreden
n
n
n
n
Burgerlijke
Stand.
(Vervolg.)
Nederd. Herv. 1
Roomsch-Kath.
pers, zonder godsd.
Gereformeerden
Evang. Lutherschen
Israëlieten
Aan huwelijksleges werd ontvangen f 44.407,50, gesplitst als
volgt:
Nederd. Hervormden
Roomsch-Katholieken
Personen zonder godsdienst
Gereformeerden
Evang. Lutherschen.
Israëlieten
n
n
n
n
n
749 <52,3
579 (51,3
151 (54,7
15 7,9
79 (65,-
n
n
n
948 of 31,-
684 31,3
550 32,2
125 29,3
176 85,4
43 21,4
n
n
n
1 054 (52,6 pCt.), met anderen
n
Aan den Armenraad is afgedragen als opbrengst der col
lecten bij de huwelijksvoltrekkingen f 6.355,94.
Van de 3 997 huwelijken werden 1 748 (43,8 pCt.) wèl en 2 249
(56,2 pCt.) niet gevolgd door godsdienstige plechtigheden.
Het aantal huwelijken van personen van één geloof of over
tuiging bedroeg 2 667 (66,7 pCt.), dat der huwelijken van per
sonen met verschillend geloof of verschillende overtuiging
1 330 (33,3 pCt.). Voor de voornaamste groepen van huwelijken
zijn de cijfers:
58 huwelijken a f 100,f 5.800,
94 75,— 7.050,—
260 40,— 10.400,—
1163 15,— 17.445,—
54 12,50 675,—
405 7,50 3.037,50
Het volgende staatje geeft voor de bovenstaande aantallen
personen, die met een persoon van een ander geloof of andere
overtuiging in het huwelijk traden, de verdeeling naar mannen
en vrouwen, absoluut en in procenten.
3 056 Nederd. Hervormden huwden dus
2 182 Roomsch-Katholieken
1 708 pers, zonder godsd.
427 Gereformeerden
206 Evang. Lutherschen
201 Israëlieten
948 (47,4 pCt.)
684 (47,7
550 (48,7
125 (45,3
176 (92,1
43 (35,-
Mannen.
519 (54,7 pCt.)
301 (44,-
292 (53,1
75 (60,-
49 (27,8
27 (62,8
met N.H.
R.-K.
p.z.g.
Ger.
Ev. Luth.
Isr.
Vrouwen.
429 (45,3 pCt.)
383 (56,-
258 (46,9
50 (40,-
127 (72,2
16 (37,2
pCt. met anderen;
j
5
i
i