1
16
3
Op grond van de met deze proefneming verkregen resultaten,
waarbij was komen vast te staan, dat met invoering niet alleen
de hygiëne was gediend, maar dat daaraan ook belangrijke
economische voordeelen waren verbonden, besloot de Gemeente
raad in zijn vergadering van 10 Mei 1937 tot invoering van het
uniforme ketelsysteem voor de geheele Gemeente. Bij het voor
stel werd de tijdsduur der geleidelijke invoering gesteld op
vijf jaren.
In het afgeloopen jaar werden 30.000 emmers aangekocht.
Aan het einde van het jaar waren in een vijftal secties uniforme
ketels ingevoerd en in totaal ruim 40.000 van deze ketels ge
plaatst.
Aan het voorschrift ten aanzien van de verschaffing en het
gebruik van de ketels, vermeld in artikel 2, 2e lid, 3e alinea van
de „Uitvoeringsverordening”, werd in verband met het besluit
tot algeheele invoering van standaardvuilnisemmers dit jaar uit
voering gegeven door vaststelling van een regeling dienaan
gaande.
Aangezien uit een controle op den aanvoer van afvalstoffen
aan het centraal depót gedurende een willekeurige periode, nl.
van 22 Juni tot en met 21 September 1936, was gebleken, dat
van de toen geldende bepaling in de Uitvoeringsverordening,
dat een hoeveelheid van 300 kg per dag, in ééns aangevoerd,
kosteloos werd aanvaard, een al te ruim gebruik werd gemaakt,
heeft de Gemeenteraad in zijn vergadering van 8 Februari 1937
de desbetreffende bepalingen van de Uitvoeringsverordening ge
wijzigd. Krachtens dit besluit wordt van 1 Juli 1937 af slechts een
hoeveelheid van 100 kg per dag, in eens aangevoerd, kosteloos
aanvaard en is voor elke 50 kg of gedeelte daarvan boven de
kosteloos toegelaten hoeveelheid f 0,25 verschuldigd, terwijl de
te vorderen vergoeding voordien bedroeg f 0,50 voor elke volle
100 kg boven de toegelaten kostelooze hoeveelheid van 300 kg.
Dit jaar bleek het noodig afdoende maatregelen te nemen
tegen het op groote schaal voorkomende euvel van het door
zoeken van vuilnisemmers door lorrenzoekers. De in vergelijking
met andere jaren sterk toegenomen omvang van dit kwaad
moet in hoofdzaak worden geweten aan het feit, dat door de
veranderde conjunctuur oude materialen een vrij belangrijke
waarde hadden verkregen, waardoor het zg. lorrenzoeken een
eeniigszins loonend bedrijf werd. Vele processen-verbaal werden
door de opzichters, tevens onbezoldigd gemeenteveldwachter,
tegen de overtreders opgemaakt, terwijl bovendien een beroep
te dezer zake op de medewerking van de Politie werd gedaan.
i
VERSLAG GEMEENTELIJKE REINIGINGSDIENST.