I
16
15
f
Baten.
De lagere uitkomst van artikel II houdt grootendeels ver
band met de verlaging van het door de H.T.M. te betalen bedrag
voor den afvoer van het railvuil, mogelijk geworden door ver
mindering van de daaraan voor den Dienst verbonden kosten.
De ontvangst op artikel IV is hoofdzakelijk hooger door het
navorderen van de V.A.M. van de over de jaren 1934 t./m. 1937
betaalde vervoerkosten van reederijafval. De V.A.M. bleek tot
het terugbetalen dezer kosten bereid, omdat dit vervoer op haar
verzoek aan derden was opgedragen, daar afvoer naar Drente
van dit afval zeer schadelijk voor de compostbereiding was.
Mede van gunstigen invloed op de uitkomsten van artikel IV
waren de meerdere inkomsten, voortvloeiende uit de wijziging
van het tarief voor den aanvoer van afvalstoffen, welke wijzi
ging in de „Algemeene beschouwingen” van dit verslag reeds
nader is toegelicht.
Op de lagere uitkomsten van artikel X „Verhaal van pen
sioensbijdragen enz.” is hoofdzakelijk de personeelsvermindering
van invloed geweest.
De vergoeding door de Gemeente voor de uitvoering van den
Dienst betaald, is over 1937 f 16.018,50 lager dan over 1936, nl.
f 2.236.847,77 tegenover f 2.252.866,27.
I
drag ad f 1.500,behoefde niet te worden uitgegeven; doordat
de kapitaalsuitgaven over het voorafgaande jaar belangrijk
lager waren dan bij het vaststellen van de begrooting was aan
genomen, waren de uitgaven voor kapitaalrente alsmede die
voor afschrijving rond f 7.700,lager dan de raming, zoodat
de uitkomsten van artikel XI en XII te zamen met f 9.200,
beneden het daarvoor geraamde bedrag bleven.
1
VERSLAG GEMEENTELIJKE REINIGINGSDIENST.