25 17 van der Vegt. SCHEIDSGERECHT. Aan het verslag van den Secretaris van het Scheidsgerecht voor het personeel onzer Vennootschap is het volgende ontleend. In de samenstelling van het Scheidsgerecht kwam geen wijziging. Deze was aan het einde van het Verslagjaar als volgt: Voorzitter: Mr. J. Limburg. Plaatsvervangend Voorzitter: Mr. J. Woltman. Leden: Ir. P. H. V. Bongaerts en J. J. van Langen. Plaatsvervangende Leden: Ir. N. Th. Verweij en W. het Schip. Secretaris: Mr. J. H. Rolandus Hagedoorn. Plaatsvervangend Secretaris: H. Robin. In den loop van het verslagjaar zijn vijf zaken berecht, terwijl aan het einde van het jaar een zaak aanhangig is ge maakt, waarop in het jaar 1938 de beslissing is gevallen. Buitendien werd twee maal een beroep aanhangig gemaakt doch door den aanvrager weer ingetrokken. Bij twee der berechte gevallen werd de straf verminderd, terwijl in de drie overige gevallen de door de Directie opgelegde straf gehandhaafd bleef. COMMISSIE VAN ADVIES. Aan het verslag van den Secretaris van de in artikel 53 van het Algemeen Arbeidsreglement bedoelde Commissie van Advies is het volgende ontleend. In de vacatures, ontstaan door het overlijden van het lid den Heer A. Harms en het bedanken van het plaatsvervangend lid den heer J. J. van Langen, werd voorzien door de benoeming van den heer F. P. A. Landskroon tot lid en den heer A. H. van Wel tot plaatsvervangend lid. De samenstelling der Com missie was daarna als volgt: Voorzitter: Ir. A. H. W. van Plaatsvervangend Voorzitter: Ir. J. W. Maas. Leden: Ir. M. S. H. Trooster Plaatsvervangende Leden: I. en F. P. A. Landskroon. van der Loo en A. H. van Wel. Secretaris: Mr. Dr. J. H. Labberton. In den loop van het verslagjaar heeft de Commissie vijf zaken behandeld. In drie gevallen kon de Commissie zich met het voornemen tot ontslag vereenigen; in één geval van ontslag wegens onge schiktheid heeft zij eenig voorwaardelijk uitstel bepleit, waar mede de Directie zich heeft vereenigd. In het vijfde geval vond de Commissie aanleiding voor een chauffeur herplaatsing als poetser te vragen, waarmede de Directie zich echter niet heeft kunnen vereenigen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1937 | | pagina 458