31
2
f957.600,voor algeheele aflossing (liquidatie) van 68 posten.
Het totaal der 935 (v. j. 989) uitstaande hypotheken beliep op
31 December rond f21.190.300,— (v.j. f22.413.000,—), dit is
f 1.222.700,minder dan het vorige jaar.
Wederom moesten eenige exploitaties onder controle der
Hypotheekbank worden gesteld. Kon in de algemeene beschou
wingen van het verslag over 1936 worden medegedeeld, dat er
in de laatste maanden van dat jaar wel eenige verbetering viel
te bespeuren in de uitkomsten der onder controle der Hypo
theekbank gevoerde exploitaties, in 1937 waren deze uitkomsten
weder minder gunstig. Ofschoon de huurprijzen vrijwel het
laagste punt hebben bereikt, wordt de exploitatie nog ongunstig
beïnvloed door huurderving wegens leegstaan der woningen,
door hooge kosten van opknappen ten gevolge van vele ver
huizingen en door de soms vergaande eischen der huurders,
waaraan in verband met de groote concurrentie zooveel moge
lijk moet worden tegemoet gekomen.
In het geheel hadden er 3 executies plaats (v. j. 13), nl. 1 bij
de Hypotheekbank en 2 bij het Rijkshypothekenfonds. In 1 geval
werd het onderpand ingekocht door de N.V. „Stedelijk Belang”.
Het executie-verlies bedroeg in totaal f 5.400,(v. j. f 142.800,
Nadere gegevens betreffende deze executies zijn hieronder ver
meld bij de betrokken instellingen.
De hypotheekrente bedroeg in het begin van het jaar 4%
In het laatst van het jaar werden eenige leeningen afgesloten
tegen 4J6 Het totaal bedrag der hypotheekrente bedroeg
f 1.061.600,— (v.j. f 1.152.300,—
De gemiddelde hypotheekrente bedroeg op 31 December bij
de drie instellingen onderscheidenlijk 4,88 4,552 en 4,789
(v.j. 5,073 4,859 en 5.043 Hierbij is nog geen rekening
gehouden met de in 1938 verleende renteverlagingen met terug
werkende kracht van 1 Juli 1937 af.
Evenals vorige jaren werd regelmatig toezicht uitgeoefend
op den staat van onderhoud der onderpanden. Ernstige tekort
komingen kwamen hierbij niet aan het licht.
De exploitatiewinsten van de Hypotheekbank en het Rijks
hypothekenfonds bedroegen, na de gebruikelijke afschrijvingen
op disagio en kosten der kapitalen, onderscheidenlijk f 45.893,94
en f 51.830,53. Het disagio van het Noodhypothekenfonds werd
in 1935 geheel afgeschreven. De exploitatie van dit fonds leverde
een winst op van f 980,87. De totale exploitatiewinst der drie
instellingen bedroeg rond f 98.700,(v. j. f 121.500,
Na dekking van het executieverlies bleef van de winst der
Hypotheekbank f 41.506.91 over en van de winst van het Rijks-
VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE HYPOTHEEKBANK ENZ.