33 24 4. Bemoeiing met beroepsveran dering en op leiding van werkloozen. 5. Uitvoering Wet van 16 Mei 1934, S. 257 3. Verruiming en regularisatie van werkgele genheid. De werkzaamheden voor de uitvoering van de Wet van 16 Mei 1934, S. 257, op het verrichten van arbeid door vreem delingen, waren in 1937 nog omvangrijk. Bij Koninklijk Besluit van 5 Juni 1936, no. 11, werd bepaald, dat alle vreemdelingen, met uitzondering van de internationale scheepvaart, onder bovenvermelde wet vallen. Men heeft dus ook vergunning noo- dig voor het in dienst houden of nemen van buitenlandsch vrouwelijk huispersoneel, dat in grooten getale in deze ge meente werkt. In het tijdvak 17 September 193431 December 1936 werden 15 434 aanvraagformulieren uitgereikt, over het jaar 1937 3 998. Het aantal uitgebrachte adviezen aan den Rijksdienst der Werk- De controle op verplichte inschrijving van werkloozen bij de Arbeidsbeurs werd geregeld gehouden. Regelmatig ontvingen ook dit jaar de afdeeling Sociale Zaken van de Gemeente secretarie en de Gemeentelijke Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon (Bureau voor Werkloozensteun) mededeeling van gevallen, waarin weinig of geen bereidheid aangetroffen werd om passend werk te aanvaarden en van personen, die niet wenschten te werken voor het loon bij het collectief arbeids contract bepaald. (Zie voor wachtgeldregeling No. 7 van deze paragraaf.) In het verslagjaar werd voortgegaan met het verleenen van en (in daarvoor in aanmerking komende gevallen) steun voor de overgangsperiode aan personen, die hier moeilijk of niet aan arbeid konden worden geholpen en elders blijvend te werk konden worden gesteld. Die verplaatsingen namen de laatste maanden zeer toe. De kosten, waarin het Rijk als regel de helft bijdroeg, be liepen f 902,38 (verplaatsingskosten aan werkkrachten bij arbeid buiten de woonplaats). Met verruiming en regularisatie van werkgelegenheid heeft de Arbeidsbeurs in het algemeen geen bemoeiing. De door Burgemeester en Wethouders ingestelde Commissie tot werkverruiming en regularisatie in het schildersbedrijf, waarvan de Directeur der Gemeentelijke Arbeidsbeurs voor zitter is, heeft ook in 1937 haar werkzaamheden niet voortgezet. De Commissie was van meening, dat in deze tijden geen of weinig nuttig effect kan worden verkregen. De bemoeiing met beroepsverandering en opleiding van werkloozen gaat buiten de openbare bemiddeling om. 2.Hulpverleening bb verplaatsing reiskostëk van arbeiders in het binnen land of naar het buitenland. VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1937 | | pagina 632