35
6
-
Het gemiddelde aantal wekelijks ondersteunde partijen be
droeg in 1935: 7694, 1936: 9207 en 1937: 9866, waarvan kooplieden
en venters 551, werkloozen-Armenwet 238 en anderen 9077.
I
s
Dat het aantal verhoogingen ten opzichte van vorige jaren
belangrijk is toegenomen, is o.m. een gevolg daarvan, dat in vele
gevallen ten gevolge van de ongunst der tijden onderhouds
plichtigen hun bijdragen en mede-ondersteunende instellingen
de door hen toegekende ondersteuningen moesten verlagen.
Door den Armenraad werden voor Maatschappelijk Hulp
betoon 1977 rapporten uitgebracht, tegen 3662 in 1936 en 3905
in 1935. De vermindering van het aantal uitgebrachte rapporten
is een gevolg van het feit, dat vele onderzoekingen spoedshalve
door den Dienst zelf werden uitgevoerd.
Aantal onder- Het aantal partijen met wekelijksche ondersteuning bedroeg
steunde partijen, over de jaren 1935 tot en met 1937:
VERSLAG VAN MAATSCHAPPELIJK HULPBETOON.
1935
1936
1937
7098
4361
11459
13221
13930
2311
2928
3223
Op 31 December in ondersteuning
9148
10293
10707
Voor 1937 nader gespecificeerd als volgt:
Armlastigen.
Totaal.
Aantal
Aantal
partijen.
partijen.
personen.
9472
24852
821
3701
3045
8626
215
919
377
3637
10673
1128
33478
12517
1036
4620
1128
39226
377
13930
2900
9235
303
10428
1149
20
3223
44
9617
24243
733
3471
28798
10707
357
1084
Op 1 Januari in ondersteuning
In ondersteuning opgenomen
Totaal in ondersteuning
Uit ondersteuning afgevoerd
9148
4073
10293
3637
Op 1 Januari in
ondersteuning
In ondersteuning
opgenomen
Totaal in onder
steuning.
Uit ondersteuning
afgevoerd
Op 31 December in
ondersteuning.
Kooplieden en
venters.
Werkloozen-
Armenwet.
partyen. personen.
Aantal
partijen. personen.
Aantal
personen.
10293 28553