2
Dr. J. J. Wuite Jr., terwijl als zijn medewerker en plaatsver
vanger de nieuwbenoemde psychiater-schoolarts Dr. D. Wiersma
op 1 September in dienst gesteld werd. Gedurende het halve
jaar, dat dit instituut in werking is, heeft het uitstekend vol
daan, terwijl met alle instanties, waarmede het in aanraking
kwam, de meest aangename samenwerking bestond.
Ook op het gebied der wijkartsen hadden veranderingen
plaats. Het steeds toenemend aantal armlastige patiënten
maakte een uitbreiding van het aantal geneesheeren en wijk-
lokalen noodzakelijk.
Op 1 October 1937 werden in het korps Gemeente-artsen op
genomen de heeren H. J. Oosterhuis en W. M. van Ringelestijn.
Het aantal wijkgebouwen werd met ingang van 1 October
1937 uitgebreid met een hulppost-zittinglokaal, gevestigd aan de
Gedempte Sloot 167, door het sluiten van een contract door het
Gemeentebestuur met de Wijkverpleging „Twentstraat”.
Helaas zou het jaar, na zooveel opwekkende gebeurtenissen,
niet even voorspoedig eindigen.
Mocht ook na zijn operatie de Directeur, Dr. Boland, tot
aller vreugde zienderoog herstellen en na lange onderbreking
zijn dienst opgewekt hebben hervat, zoo duurde het toch niet
lang of de onmiskenbare teekenen van een ernstig lijden deden
het ergste vreezen. Manmoedig hield hij stand en volhardde in
zijn dienst, zelfs toen hij ten slotte genoopt werd het bed te
houden, totdat op 1 Februari 1938 de dood een einde maakte aan
zijn zoo werkzaam leven.
Geheel dit leven heeft gestaan in het teeken van hulpver-
leening in uitgebreiden zin. Als jong officier van gezondheid
reeds was zijn geest hiermede bezig. Hij construeerde verplaats
bare tenten voor vele slachtoffers, operatietafels en vervoer
middelen, waarvoor hem in Engeland een belangrijke prijs uit
gereikt werd. Hij organiseerde de thans zoo bloeiende vereeni-
gingen tot eerste-hulpverleening en werd opgenomen in het
Hoofdbestuur van het Ned. Roode Kruis. Geen wonder, dat, toen
in ’s-Gravenhage besloten was tot oprichting van een Genees
kundigen Dienst, hem als directeur de organisatie daarvan werd
opgedragen. Wat deze Dienst thans is met al zijn bemoeienissen,
is uitsluitend zijn werk geweest en het moet hem tot groote vol
doening gestrekt hebben het 25-jarig jubileum van dien Dienst
te hebben mogen medevieren, waarbij hem blijken van groote
waardeering, tot van hoogste instantie, ten deel vielen. Zijn na
gedachtenis zal bij den Dienst in eere gehouden worden, ook
wanneer zijn tegenwoordige medewerkers er niet meer zullen
zijn. Zij hebben daartoe het geschilderd portret van den „Organi-
37 VERSLAG VAN DEN GEM. GENEESKUNDIGEN EN GEZONDHEIDSDIENST.