39 4 van het Rijk komende bedrag van f 81.199,80 werd ten deele beschikbaar gesteld in goederen. Daarnevens stelde de Raad nog f 13.093,26 beschikbaar ter bestrijding van bijkomende kosten der bovenaangeduide verschaffing van kleeding enz. (salarissen, vergoedingen, kosten van administratie). Voorts heeft de Minister bij rondschrijven van 16 September 1937, no. 2001395, Afd. W. en S., een regeling getroffen, bekend onder den naam van „spaarregeling voor B-steun”. Krachtens deze regeling kan voor in werkloozensteun opgenomen hoofden van gezinnen met 2 of meer kinderen, die voor deelneming aan deze regeling in aanmerking wenschen te komen en die daartoe aan het orgaan der steunverleening wekelijks een bedrag van f 0,25 afdragen, aan dit bedrag worden toegevoegd f 0,25 per week voor gezinnen van 2 tot en met 4 kinderen en f 0,40 per week voor gezinnen met meer dan 4 kinderen. Ingevolge deze regeling werd aan het orgaan der steunverleening in het jaar 1937 een bedrag van f 2.786,75 afgedragen. In de kosten van deze regeling werd, evenals in de kosten van de gewone steunverleening, een bijdrage verleend uit het Werkloosheidssubsidiefonds, voorloopig vastgesteld op 60 Ten einde zoo spoedig mogelijk in de bestaande behoeften te voorzien werd als aanvulling op deze spaarregeling een lande lijke inzameling gehouden met het doel de opbrengst onder de gemeenten ter uitkeering aan de spaarders te verdeelen. Van deze inzameling werd aan de gemeente ’s-Gravenhage een be drag van f 17.197,80 toegewezen. De uitkeering der steunbedragen aan georganiseerden ge schiedde, met uitzondering van enkele organisaties, evenals vorige jaren door tusschenkomst der vakvereenigingen. Voor de door de onder a. aangeduide organisaties te voeren administratie betaalde ook in 1937 de Gemeente een vergoeding. Deze vergoeding bedraagt 7 cent per week voor eiken gesteunde boven het gemiddelde wekelijksch aantal ondersteunden over het jaar 1930, vermeerderd met 25 De maximum-uitkeering per vakvereeniging bedraagt f 2.500,per jaar. De regeling gold ook voor de Landelijke Vereeniging tot onderlinge ver zekering tegen de nadeelige gevolgen van werkloosheid en ziekte. Sedert 9 Juli 1937 werd aan de Algemeene Werkloozenvereeni ging (niet behoorend tot de onder a. aangeduide organisaties) een overeenkomstige vergoeding toegekend, bedragende 5. cent per week en per gesteunde, naar het aantal ondersteunden, voor wie de vereeniging de administratie verrichtte, verminderd met 10 zulks met een maximum van f 2.500,per jaar. Voor verdere mededeelingen betreffende den werkloozen- VERSLAG WERKLOOSHEIDSVERZEKERING ENZ.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1937 | | pagina 789