Byiage 40 ALGEMEENE OPMERKINGEN. VERSLAG omtrent het lager onderwijs in de gemeente ’s-Gravenhage over het jaar 1937. In de laatste jaren was het gebruikelijk geworden het verslag omtrent het lager onderwijs aan te vangen met een opsomming van de maatregelen tot beperking van de uitgaven voor het onderwijs, tot welke de tijdsomstandigheden hadden genoopt. Aangezien gelukkigerwijze de algemeene toestand in het jaar 1937 zich van dien in de vooraf gaande jaren in gunstigen zin onderscheidde, heeft geen aanleiding bestaan om ten aanzien van het lager onderwijs opnieuw maatregelen van ingrijpenden aard in te voeren. De verdere uitvoering van de geleidelijke vervanging van de boventallige onderwijskrachten door kweekelingen met akte, bevoegd tot het zelfstandig geven van onderwijs, was oorzaak, dat de herplaatsing van de wachtgelders (sters) dezer Gemeente eenigszins werd vertraagd. Het vooruitzicht bestaat evenwel, dat de laatstgenoemden binnen korten tijd allen herbenoemd zullen zijn. Op 31 December 1937 waren 36 kweekelingen met akte ter vervanging van boventallige onderwijskrachten werkzaam. Als de belangrijkste besluiten, welke het Gemeentebestuur in 1937 ten aanzien van het onderwijs heeft genomen, kunnen de volgende worden vermeld: wijziging van de verordening, regelende het verleenen van geldelijken steun aan het bijzonder bewaarschoolonderwijs (verz. 1919, no. 54) en het instellen van een als een afzonderlijken dienst aan te wijzen fonds voor de pensioenen van de onderwijskrach ten bij het bijzonder voorbereidend onderwijs (25 Januari 1937); vaststelling van verordeningen op de heffing en invordering van schoolgeld voor het openbaar gewoon lager, uitgebreid lager en buitengewoon lager onderwijs, de Gemeentelijke kweek school voor onderwijzeressen bij het voorbereidend onderwijs, de openbare avondnijverheidsscholen voor jongens en meisjes en

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1937 | | pagina 799