42 20 tember 1926 nog slechts 1609, op 15 September 1937 was het toegenomen tot 3263 (toeneming 1654 leerlingen of 102,8 pCt), terwijl het openbaar gymnasiaal en h.b.s.-onderwijs op die data door onderscheidenlijk 3110 en 3162 leerlingen gevolgd werd (toeneming 52 leerlingen of 1,7 pCt.). De bevolking van deze openbare inrichtingen was naar den toestand op 15 September 1926 (aanvang van deze statistiek) 1501 leerlingen grooter, doch op 15 September 1937 101 leerlingen kleiner dan die der over eenkomstige bijzondere inrichtingen. De gezamenlijke bevolking van de inrichtingen voor gym nasiaal en h.b.s.-onderwijs te dezer stede telde op 15 September 1926 4719 en op 15 September 1937 6425 leerlingen; de toeneming bedraagt 1706 leerlingen of 34,9 pCt., terwijl de bevolking van ’s-Gravenhage in dat tijdvak is toegenomen met ruim 20 pCt. Bij een en ander is rekening te houden met het op blz. 27 ver melde omtrent het aantal leerlingen uit andere gemeenten: op 15 September 1937 telden de openbare inrichtingen 105, de bijzondere 557 leerlingen afkomstig uit andere gemeenten, of te zamen 662, terwijl het aantal op 15 September 1926, hoewel niet volledig bekend, te stellen is op ongeveer 400. De openbare handels (dag) scholen telden op 15 September 1926 516 en op 15 September 1937 493 leerlingen of 23 minder (4,5 pCt.). De in het vorenstaande met enkele cijfers aangegeven opval lend sterke toeneming van het aantal leerlingen, dat bijzonder gymnasiaal en h.b.s.-onderwijs genoot, vooral de aandacht trekkend tegenover het verloop van de schoolbevolking der overeenkomstige inrichtingen van het openbaar onderwijs, kan als volgt nader ontleed worden. Bij het bijzonder h.b.s.-onderwijs (lycea inbegrepen) is de groei goeddeels te verklaren uit de toeneming van het aantal lycea en het aantal leerlingen daarvan. Bij den aanvang van deze statistiek (in 1926) bestonden te dezer stede twee lycea, thans zijn er en reeds gedurende eenige jaren vier. Het aantal leerlingen, dat deze inrichtingen bezocht, in ver gelijking met dat van de bijzondere h.b.s.-en, wordt voor enkele tijdstippen hieronder gegeven. Terwijl het aantal leerlingen der bijzondere h.b.s.-en sinds September 1926 toenam met 60,3 pCt., steeg dat der lycea met VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS. Aantal leerlingen bijzondere h.b.s.-en. 831 987 1 282 1 283 1 332 Te zamen. 1 311 1 628 2 464 2 550 2 623 bijzondere lycea. 480 641 1 182 1 267 1 291 Tijdstip. 15 Sept. 1926 1930 1935 1936 1937

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1937 | | pagina 867