42
21
189,8 pCt., of te zamen met 100,1 pCt. De schoolbevolking der
lycea is derhalve wel buitengewoon sterk toegenomen.
Een niet onbelangrijk deel der leerlingen van de lycea volgt
in de hoogere klassen gymnasiaal onderwijs. In verband daar
mede moet, om vast te stellen, hoe het verloop van het leer
lingental is, dat te ’s-Gravenhage gymnasiaal onderwijs geniet,
zoowel de bevolking der gymnasia als die der gymnasiale
aïdeeling der lycea in oogenschouw worden genomen. Een ver
gelijking daarvan volgt hier (volledige gegevens staan slechts
ter beschikking van 15 September 1928 af).
Tegenover een kleine vermindering van het aantal leerlingen
bij het openbaar gymnasiaal onderwijs (in 1937 t.o.v. 1928) staat
een verdubbeling van het aantal bij het bijzonder onderwijs; ook
hier is bij het bijzonder onderwijs duidelijk de invloed van de
sterke toeneming van het aantal leerlingen der lycea merkbaar.
Ten slotte is het van beteekenis aandacht te schenken aan
de sterkte der schoolbevolking in de laatste jaren, voor zoover
de 1ste klassen betreft, bij den aanvang van de schooljaren.
Het volgende overzicht vat de gegevens samen.
Uit dit overzicht is af te leiden, dat in 1930, wat de eerste
klassen betreft, het schooljaar aanving met 712 leerlingen op de
openbare gymnasia en h.b.s.-en te zamen, welk aantal met eenige
onderbreking steeg tot 769 in 1934, om vervolgens te dalen tot
609 in 1937, een aantal, dat 103 (14,5 pCt.) lager was dan dat in
1930. De bijzondere inrichtingen te zamen hadden in 1930 bij
den aanvang van het schooljaar 463 leerlingen in de eerste
klassen, welk aantal zonder onderbreking steeg tot 728 in 1935,
VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.
Gymnasia.
599
597
574
523
Openbare
gymnasia.
126
125
134
176
179
142
128
89
Te samen.
669
759
728
653
Gymnasia
417
621
627
640
15 Sept. 1928.
1935
1936
1937
h. b. s.
376
398
426
452
517
561
549
547
Openbare
h. b. s.
586
584
566
578
590
520
522
520
Lycea.
125
370
386
411
15 September
1930
1931
1932
1933
1934
1935
1936
1937
Bijzonder onderwijs.
Te zamen
542
991
1 013
1 051
Aantal leerlingen, dat gymnasiaal onderwijs genoot.
Openbaar onderwijs.
Lycea.
70
160
154
130
Aantal leerlingen in de le klassen.
Bijzondere
gymnasia.
87
113
141
164
160
167
149
150
Openbare
Bijzondere handels(dag)-
scholen.
141
154
146
145
152
163
129
141