9
4
Totaal der vermogens.
Totaal
Groepen van vermogens.
Hieruit blijkt, dat het vermogen over het laatste jaar in alle
groepen toenam en wel het meest in de laatste twee groepen,
omvattende de vermogens van f' 100.000,en daarboven.
De verhouding, uitgedrukt in percenten, van het aantal aan-
geslagenen en het belast vermogen naar groepen van vermogens
blijkt uit de volgende samenvatting.
Aangeslagenen in percenten
van het totaal.
Belaste vermogens in per
centen van het totaal.
t
Onderstaande cijfers geven aan het belaste vermogen in de
laatste 10 jaren.
De belaste vermogens zijn over 1935/36, 1936/37 en 1937/38 in
de volgende groepen te verdeelen.
VERSLAG GEMEENTEBELASTINGEN.
1935/36.
1937/38.
1936/37.
f
f
f
n
n
r
f 1.388.882.000,—
f 1.411.753.000,—
f 1.768.676.000,—
1935/36
1937/38
100,-
100,-
100,-
100,-
100,-
100,-
n
Aanslagen naar een
vermogen van
50.000,—
100.000,—
500.000,—
1928/29
1929/30
1929/30
1931/32
1932/33
1933/34
1934/35
1935/36
1936/37
1937/38
50.000,-
100.000,—
500.000,—
17,8
15,9
40,7
25,6
245.863.000,—
233.722.000,—
705.214.000,—
583.877.000,—
57,8
20,9
19,1
2,2
242.788.000,—
216.174.000,—
576.469.000,—
376.322.000,—
13,9
13,2
39,9
33,-
54,-
21,-
21,8
3,2
247.208.000,—
220-944.000,—
565.677.000,—
355.053.000,—
57,4
20,7
19,5
2,4 j
17,2
15,3
40,8
26,7
f 2.066.600.000,—
2.157.312.C00,—
2.157.312.000,—
1.905.521.000,—
1.441.777.000,—
1.465.558.000,—
1.456.926.000,—
1.388.882.000,—
1.411.753.000,—
1.768.676.000,—
1936/37
f 16.000,— tot f
50.000,-
100.000,-
500.000,— en daarboven
I 1935/36 1936/37 1937/38
16.000,— tot f
50.000,-
100.000,—
500.000,en daarboven.