9 5 B. Belasting op vermakelijkheden. (Zie staten IV, IVa en V.) Staat IV geeft hetzelfde overzicht van de opbrengst dezer belasting over de jaren 1935, 1936 en 1937 als in het verslag over 1937 (blz. 19) is opgenomen. Staat IVa bevat een overzicht van de opbrengst en van het voor toegangsbewijzen bestede bedrag over 1938, terwijl staat V een aantal gegevens behelst omtrent de in dat jaar van Gemeentewege uitgereikte of afgestempelde toegangsbewijzen in verschillende prijsklassen. Laatstgenoemde overzichten stemmen overeen met de op gaven, aan het Centraal Bureau voor de Statistiek voor het eerst over 1938 verstrekt overeenkomstig een door dit Bureau met de groote gemeenten getroffen regeling, ingevolge welke deze gemeenten jaarlijks dergelijke opgaven zullen inzenden. Uit staat V blijkt, dat in 1938 ruim 7.586.600 toegangsbewijzen werden afgeleverd, dat is gemiddeld 15 toegangsbewijzen per inwoner. Vergeleken met 1937 werden in 1938 42.150 toegangs bewijzen méér af gegeven. Het totaal aantal aangeslagenen bedroeg in de jaren 1935/36, 1936/37 en 1937/38 onderscheidenlijk 15.152, 14.988 en 15.998. Ten aanzien van de gemeentefondsbelasting worden hierna de cijfers gegeven over de belastingjaren 1935/36, 1936/37 en 1937/38 voor zoover tot 1 Januari 1939 bekend. Deze gegevens werden samengesteld uit door de administratie der Rijksbelas- tingen maandelijks verstrekte opgaven. Bij deze cijfers is geen rekening gehouden met ontheffingen na reclame, wegens overlijden en verlaten van het Rijk, evenmin met afschrijvingen wegens onvermogen en oninbare posten. •5 I §1 4 VERSLAG GEMEENTEBELASTINGEN. Bedrag. Belasting jaar. Aantal aangesla gen en. 1935/36 1936/37 1937/38 134 957 130 715 128 887 65 70 70 f 4.684.160,— 4.730.349,— 5.054.837,— Hoofdsom en opcenten. Hoofdsom. f 11.985.127,— 11.597.498,— 12.239.675,— III. Gemeentefondsbelasting. Gemeente-opeenten. f 7.300.967,— 6.867.149,— 7.184.838,— 1) Onder deze hoofdsom is begrepen f 94.566,over 1935/36, f 109.445,— over 1936/37 en f 106.311,over 1937/38 wegens niet binnen deze gemeente wonende of gevestigde belastingplichtigen, van wie geen opcenten zijn geheven.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1938 | | pagina 113