9
9
in 1935/36 f 252.493,80 en in 1936/37
Het aantel leerlingen bedroeg in de schoolgeldjaren 1935/36,
1936/37 en 1937/38 onderscheidenlijk 3.776, 3.741 en 3.754.
In bovengenoemde opgaven zijn niet opgenomen de netto
opbrengsten van de schoolgelden der Zeevaartschool over 1935/36,
1936/37 en 1937/38 ten bedrage van onderscheidenlijk f 3.321,64,
f 3.227,08 en f 4.945,83, aangezien sinds 1 Augustus 1935 het
schoolgeld voor deze inrichting van onderwijs niet meer bere
kend wordt naar het jaarlijksch inkomen.
Uit staat XI blijkt het aantal leerlingen, dat de verschillende
scholen voor openbaar middelbaar en voorbereidend hooger
onderwijs bezocht, gesplitst naar de door de schoolgeldplichtigen
over een vol jaar verschuldigde gemengde hoofdsommen.
De netto-opbrengst van schoolgelden voor dit onderwijs be
droeg, na aftrek van ontheffingen wegens verlaten der school
en verminderingen na reclame, over het schoolgeldjaar 1937/38
f 271.817,94.
Deze opbrengst was
f 283.501,09 x).
Voor de cursussen 1937/38, 1936/37 en 1935/36 bedroeg het
minimum schoolgeld voor leerlingen uit gezinnen met één
minderjarig kind onderscheidenlijk f 21,f 20,— en f 20,
Aan daarvoor in aanmerking komende schoolgeldplichtigen,
die vrijstelling hebben gevraagd, omdat zij niet in staat waren
anders dan met buitengewoon bezwaar het minimum schoolgeld
te betalen, werden door Burgemeester en Wethouders school-
geldbeurzen verleend.
Voor de toekenning van beurzen kwamen zoowel leerlingen
van openbare onderwijsinrichtingen als van bijzondere scholen
in aanmerking.
Over het schoolgeldjaar 1937/38 bedroeg het totaal bedrag
der toegekende schoolgeldbeurzen f 3.265,43, te verdeelen als
volgt:
VERSLAG GEMEENTEBELASTINGEN.
II.
voorbereidend hooger
f 3.265,43
De bedragen hebben sedert het vorige verslag ten gevolge van nage
komen aanslagen en ontheffingen wijziging ondergaan.
f 1.496,33
272.75
1.351,95
144,40
openbaar middelbaar onderwijs
voorbereidend hooger onderwijs
bijzonder middelbaar
voorbereidend hooger
Openbaar middelbaar en voorbereidend hooger onderwijs. (Zie
staat XI.)