9 13 4. Inkomstenbelasting-. A. Aantal aangeslagenen en bedrag der inkomens. B. Belasting in hoofdsom en de daarop geheven opcenten. 2) 4) 4) 2) VERSLAG GEMEENTEBELASTINGEN. f Opcenten. Hoofdsom Dienst en jaren. 5) Aantal. I Bedrag. opcenten. f f f n T> n n n n n Belastbaar bedrag. Belasting jaren. Aantal aange- slagenen. i) Hoofdsom met inbegrip der navorderingen en verhoogingen. Aantal aan ge slagenen. n n 1932/33 1933/34 1934/35 1935/36 1936/37 1932/33 1933/34 1934/35 1935/36 1936/37 9.119.020 7.263.833 6.476.746 6.009.758 5.581.542 123.278 121.042 113.246 106.856 Natuurlijke personen binnen het Rijk wonende. Niet binnen het Rijk wonende of gevestigde belasting plichtigen. 9.576.834 7.701.421 6.668.599 6.124.743 5.752.246 Gemiddeld inkomen per aange slagene. 1) f 2.814 2.655 2.565 2.550 2.550 1.087 1.111 1.112 175.474 107.352 115.173 30 33 2) 33 3.) 4.853.016 3.906.474 3.982.518 Bedrag der vastgestelde zuivere inkomens; vóór den kinderaftrek, i) Natuurlijke personen binnen het Rijk wonende. 1) 20 opcenten ten behoeve van het Leeningfonds 1914 en 10 voor de Provincie. 1) 20 opcenten tot 1 Januari 1934 ten behoeve van het Leeningfonds 1914 en daarna ten be- Hoofdsom zonder navor deringen of verhoogingen. 133.268 |f 375.031.833 327.316.868 310.437.683 288.765.492 272.454.689 f 12.416.065 10.202.867 8.849.406 11.185.096 10.571.462 1) Zonder navorderingen en verhoogingen. 2) Deze gegevens worden niet meer verstrekt. hoeve van de aïgemeene middelen, en 18 voor de Provincie. 3) 20 opcenten ten behoeve van de aïgemeene middelen en 13 voor de Provincie. 60—78 opcenten ten behoeve van de aïgemeene middelen, 13 voor de Provincie en 10 voor het werkloosheidssubsidiefonds. 5) De cijfers hebben betrekking op het boekingstydvak, dat afgesloten wordt 18 maanden na den aanvang van het belastingjaar. Dit gegeven wordt niet meer verstrekt f 2.839.231 2.501.446 2.180.807 5.060.353 4.819.216 Niet binnen het Rijk wonende of gevestigde belastingplichtigen.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1938 | | pagina 121